Categorie-archieven: 2018 Canada

Verslag van onze reis door het westen van Canada.

Zondag 27 mei 2018
Om 14:30 uur zijn we klaar voor vertrek. Het huis is aan kant, de koffers gepakt en de laatste (af)was gedraaid. Alles bij ons? Dat hopen we dan maar. Eerste tussenstop Zaandam. Mijn zus haalde ons op van het station. Wat een luxe. Daarna gezellig een paar biertjes gedronken en uit eten geweest bij het heerlijke (door ons aanbevolen) Spaanse restaurant Que Pasa! Ter ere van onze verjaardag zeiden ze. Alvast een cadeautje, het werd een etentje met verassingen, maar daarover later meer.

Maandag 28 mei
Samen met mijn zus het huis uitgegaan. Wij hebben haar uitgezwaaid naar haar werk, dat was wel leuk. Op Schiphol aangekomen hebben we een andere zus opgepikt die ons kwam uit zwaaien. Werd door ons zeer gewaardeerd. Maar eerst inchecken, lange rijen voor ons, een probleem met de bagagebanden, maar uiteindelijk duurde het maar een klein half uurtje.  We hebben even op het panoramadak gekeken, en na een glaasje fris en bijkletsen, moesten we toch echt naar de gate.

Op het panoramadak!

Lief van haar dat ze ons kwam uitzwaaien. Tijdschriften gekocht, geld gewisseld, en hup het vliegtuig in. Daar zitten we nu. Het eten is op, ik ben aan de rode wijn, en we hebben nog zo’n 6 uur te gaan.  Tegen 23:30 uur Nederlandse tijd zullen we aankomen. Het is in Edmonton dan 8 uur eerder. Wordt nog een lang dagje dus.

Hotelkamer met lekker groot bed. Voor ieder één!

20:28 Canadese tijd = 04:28 Nederlandse tijd. Ik lig in bed het laatste stukje te schrijven. Ben wel een beetje aan de lat. Vooral na het biertje en een hamburger. Lekker slapen dus en morgen het ritme weer oppakken.

Dinsdag 29 mei

Het eerste wat opvalt in Edmonton, is de rust op straat. Geen gehaast, geen getoeter, relaxed. Edmonton is een van de meest dunbevolkte grote steden van Noord-Amerika. De winkelpromenade is boven- en onderlangs de straten gebouwd. Dat maakt het een bijzondere ervaring. Alsof je op een heel groot en ruim opgezet Hoog Catharijne binnenloopt.

Sir Winston Churchill waakt over het naar hem genoemde “square”. Met een Happy Wall, dam- en schaakborden, lunchplekken etc. Er waren verschillende groepjes kinderen ter plekke. Altijd leuk om hen bezig te zien.

Eeuwigdurende lunch!

Op weg naar de North Saskatchewan River uitkijkpost, kwamen we een leuke sportieve uitdaging tegen. 156 treden af- en weer oplopen in het zonnetje is een uitdaging.  Maar goed dat ik dagelijks geoefend heb op mijn werk van B0 naar B5 met de trap. Er was ook een fijne lift om met mee te gaan.

Geen selfie, dus niet geschikt;-)

Een bezoekje aan het legendarisch hotel “The Fairmont Hotel Macdonald” van binnen en van buiten mooi.
De rode stoelen zijn speciaal om een selfie op te maken, en die op Facebook of instagram te zetten.Schijn je in heel Canada tegen te komen.

Na  dit gedeelte bekeken te hebben weer terug naar het hotel. Vlas heeft last van zijn jicht dus wandelen gaat wat moeizaam. IJs er op, even rusten, pilletje slikken en hopen op betere tijden.

Woensdag 30 mei
Het is regenachtig en niet erg warm buiten, reden genoeg om naar het grootste overdekte winkelcentrum van Noord-Amerika, de West Edmonton Mall te gaan. De mall bevat meer dan 800 winkels en ruim honderd eetgelegenheden op een vloeroppervlak van zo’n 540.000 m². Het

Europees gedeelte van de Mall.

winkelcentrum opende zijn deuren in 1981 (ruim 200 winkels) en is sindsdien enkele malen verder uitgebreid. Een bijzondere ervaring,zo’n gigantisch complex met een ijsbaan, zwembad, casino, hotels, attractiepark en een zeeleeuwenshow. Ongelofelijk.

Leuke weetjes:
Partnerstad: Bergen op Zoom
IJshockeyclub: Edmonton Oilers is het belangrijkste sportteam van de stad.
Geboren: Michael J. Fox (1961), acteur

Elk Island 31 mei t/m 3 juni

Na weer zo’n goed hotelontbijt met scrambled eggs, baked potatoes, sausages  and lots of fruit, hebben we de boel opgepakt. Om half elf zijn we opgehaald door de dame van het camperbedrijf, en na een grondige instructie zijn we om 12:00 uur vertrokken naar Elk Island,

een natuurpark ten oosten van Edmonton waar de bizons en “elks”, bevers elanden en soms ook beren loslopen. (In het Noord-Amerikaans-Engels wordt de wapiti ook elk genoemd. In het Brits-Engels wordt met elk echter de eland aangeduid, die op zijn beurt in Noord-Amerika moose heet.) Een gebied met veel grote en kleine meertjes en dien ten gevolge ook veel kleine stekelige mugjes.

De beste chauffeur voor mij.

We hebben inkopen gedaan in de stad en van alles en nog wat gekocht om ons de eerste paar dagen in leven te houden. Brood, pasta, groenten, vlees, bier, wijn etc. etc. Die tijd geven we onszelf om te wennen en de camper een beetje in te richten zodat alles op zijn plek komt. Vanavond lekker weer ons eigen potje koken en genieten van de rust die hier hangt. Temperatuur is aangenaam, niet te warm, maar het zonnetje schijnt, en de familie spreeuw komt ons met een bezoek vereren. Helaas voor hen, er is nog niets te halen bij ons. Vlas is gelijk in zijn element en zit met de poot op de stoel, de vogeltjes uitgebreid te fotograferen.
Gisteren op tijd erin, betekent vanochtend weer vroeg wakker! In alle vroegte het was 06:00 uur!!! zijn we met de auto het park in geweest om bizons te spotten. Dat is goed gelukt.

We hebben hele grote, en een paar kleintjes gezien. Indrukwekkend was het!

Verder zag Vlas een bever zwemmen (mij niet opgevallen) en later hebben we nog Elk’s gezien.

De bevers hadden wel een boom omver geknaagd die ten gevolge over de weg lag. Mooi spits geknaagd, nog witter dan wit zag het er binnenste van de boom eruit. Voor de rest van de dag zijn de vooruitzichten somber. Er wordt de hele dag miezerige regen voorspeld, dat is dan maar zo. We blijven hier een nachtje extra, want morgen gaan we naar het Bison Festival, met allerlei leuke activiteiten voor jong en oud. We kunnen ons nu een dag lang geestelijk op voorbereiden;-)

Zang, dans en indianen.
Lekker lang geslapen en daarna verkast naar plek 72.  De plek op zich is niet je van het, met muziek en een brullende aggregaat van de buren, maar het verrassende ervan is wel dat de plek helemaal in de zon ligt. Genieten dus en lekker ontbijten met het zonnetje in de rug. Om 12 uur naar  het Bison festival, dat viel in eerste instantie een beetje tegen, er waren niet zoveel mensen en maar weinig kraampjes.

Waar we wel van genoten hebben is de Traditional Powwow (indianenbijeenkomst). Het dansen, de ritme van de grote trommel waar ze met 6 personen op sloegen, en de zang. Dat laatste was een heel bijzonder geluid. Af en toe knepen ze in hun strottenhoofd om de een bijzondere toon te kunnen pakken. Maar wat een feest voor het oog, de kleuren van hun uitrusting, de dansen op zich en het feit dat jong en oud meedeed. Het was de moeite waard om er een dag extra voor te blijven, dat kan je wel aan de foto’s zien. Na een fikse regenbui, waar we in de camper geen last van hadden, hebben we later heerlijk in de avondzon gegeten.

Ik heb nog een prachtige wandeling gemaakt langs het Astotin Lake. Weer terug, eerst muggen vangen (doodslaan bedoel ik dan, ik kan het niet mooier maken) zodat ze ons (vooral mij) vannacht niet opvreten.

Zondag reisdag: Op tijd vertrokken voor een lange rit naar Jasper. De Rocky Mountains gaan nu echt in zicht komen. Wat doen de Canadezen op zondag? Wij hebben ze zien fietsen (op de highway), kamperen, golfen en motorrijden. Het landschap is heuvelachtig, en om 14:16 uur komen dan eindelijk de bergen in zicht.

Pauze, we hebben nog zo’n 83 km. te gaan.

Terecht gekomen op de Wapiti campground, heel prozaïsch op de parkeerplaats, omdat dat de enige plek met stroom is. En hoe kunnen we jullie anders op de hoogte houden;-)

Over een paar dagen weer een bericht, dan over Jasper en de omgeving.

Twee dagen rondhangen in de buurt van Jasper was zeker de moeite waard. Allereerst is daar de weg naar Lake Maligne. Onderweg veel mogelijkheden om even te stoppen en van het natuurschoon te genieten. Alhoewel, wat opvalt is dat hier hele stukken dennenbos er zwart en dor uitzien. Bizar eigenlijk. Later die dag begrepen we dat de “Mountain Pine Beetle”
(nauwelijks groter dan een rijstkorrel) hier verantwoordelijk is. De larven van de Dendroctonus ponderosae vreten zich een weg onder de schors van de boom en leggen de toevoer van water en voedingsstoffen stil.

Vlas heeft besloten een dagje niet te gaan lopen, dus met de auto naar de canyon Maligne alwaar ik een stuk van de trail heb gelopen. Dat was mooi, met een hoogteverschil van 46 meter was de tocht naar beneden goed te doen. Naar boven gaat dan net even iets moeizamer, maar het is me gelukt. Het is bijzonder om hier rond te lopen terwijl de waarschuwingen voor beren overal langs de kant van de weg staan. Tot nu toe hebben we er nog geen gezien, en dat is dan wel weer jammer natuurlijk.  De canyon was prachtig, de Lake viel wat tegen, er was ook weinig te beleven, geen bootjes op het water, geen leven in de buurt. Het was ook geen lekker vaarweer, een behoorlijke frisse wind waaide er. Via Jasper waar ik gewinkeld heb, en alleen nuttige dingen gekocht, terug naar de camping, waar we nog lekker van een biertje in het avondzonnetje konden genieten. Dat, en het  feit dat we bezoek kregen van een wapiti maakte het een mooie dag.
Dinsdag was het plan om naar de voet van de Mount Edith Carvell te gaan. Je zou daar een prachtig zicht over de Angels Glacier (gletsjer) hebben, en een prachtige wandeling maken tot aan de voet van de gletsjer. Helaas, helaas was de weg er naar toe afgesloten. Dus door naar de Athabasca Falls. Na een korte wandeling, kregen we een spectaculair uitzicht op de waterval, als alle andere toeristen tenminste niet voor je neus gaan staan. Met de jicht van Vlas gaat het de goede kant op, hij heeft voor het eerst een nacht zonder pijn gehad, en het lopen ging dus ook een stuk beter, Wel zo gezellig samen. We hebben veel foto’s gemaakt, zie hiernaast. Tot slot hebben we op aanraden van een vriendin ook nog een bezoekje gebracht aan Pyramid Lake. Wat een mooie rustige plek is dat! Het hielp dat de doorgaande weg was afgesloten ;-). Nu plannen maken voor de komende dagen, in ieder geval gaan we richting Bannf. Jullie horen nog van ons!

Ja hoor! We hebben ze gezien, de grizzly- en de zwarte beer (met 2 jonkies).
Geen beren op de weg 😉 in dit geval, maar aan de kant van de weg. Wat een machtig gezicht. Het zorgt gelijk voor een opstopping en langzaam rijdend in- en uitvoegend verkeer. Wat betreft de snelheid en het gedrag in het verkeer, is iedereen eigenlijk wel relaxed. De maximum snelheid is 90 km. per uur, maar dat haal je lang niet altijd, en dat is ook geen punt. Het zijn mooie brede wegen waar we op rijden, met uitzicht op bergen en gletsjers, en groen/blauwe meren langs de weg. Nu nog weinig water te bekennen, maar dat wordt vast nog wel meer. Zo anders dan de kronkelweggetjes door de bergen in Frankrijk en Spanje, maar wel zeer vergelijkbaar met de wegen in Noorwegen waar we in 2013 waren. Er wordt trouwens volop aan de weg gewerkt, en dat is ook wel nodig. Het is niet altijd even best. Alle aanwijzingen die je in die gevallen moet opvolgen zijn zowel in het Engels als in het Frans. Kunnen we die taal en passant ook een beetje opvijzelen. De weg die we hebben genomen heet de “Icefield Parkways”, eigenlijk de enige weg door de Rocky Montains. Ook hier zagen we weer hoe die kleine K-kever zijn werk heeft gedaan, een treurig gezicht al die zwarte bomen die als mikado stokjes zijn omgevallen. Onderweg konden we nog een gletsjer bekijken, maar dat hebben we niet gedaan, veel te ver lopen, of hutjemettutje in een bus, en we hadden natuurlijk die ervaring al in Noorwegen opgedaan. We hebben onderweg onze lunch klaargemaakt, en vermakelijk om te zien hoe mensen (Aziaten) selfies nemen. Ook in Canada zijn ze in grote getale aanwezig. Na een tussenstop bij Lake Louise

zijn we terecht gekomen op een camping in de buurt van Banff. Donderdag Banff bekeken, het was mazzel dat we een parkeerplekje vonden, vlak bij het water.

Ban(k)ff

Banff is een leuk, maar erg toeristisch stadje, dus veel eten en drinken zaakjes, kleding- en souvenirwinkels. Ik heb in de “Assumption of the Blessed Virgin Mary “ een kaarsje aangestoken. Tot nu toe zijn we nog maar weinig kerkjes tegengekomen. Na Banff hebben we uitgebreid boodschappen gedaan, zodat we tot het weekend voorzien zijn van eten en drinken. Voor de rest, lekker in het zonnetje zitten en genieten maar. De campers en caravans die je onderweg tegenkomt zijn heel verschillend. Van hele grote bussen waar een personenauto achteraan gehangen wordt, campers met een uitschuifpui, en oplegger caravans.

Van Bannf naar Kelowna en verjaardag vieren.

De dag begonnen met de eekhoorn. Gisteren hadden we hem al  vaak zien rondrennen, maar nu poseerde hij echt voor Vlas. Vandaag  wederom een lange tocht voor de boeg, we rijden van Banff naar Nakups om de dag daarna verder te gaan. Zondag de 10e gaan we dan onze verjaardag  samen vieren met een bijzondere gebeurtenis, hopen we. Daarover later meer natuurlijk, een beetje spanning moet erin blijven.  Een lange rit dus,  die al vrij snel  na Lake Louise stopte in een file, wegwerkzaamheden (opgeblazen rotsen opruimen)  koste ons wel 1,5 uur. Gelukkig kwamen we in Beautiful  British Columbia, waar we de time zone change passeerden, dus  was het opeens een uur vroeger. Dat was een meevaller. Uiteindelijk  zijn we door een veer  van Shelter Bay naar Galena Bay overgezet, en hebben we Nakusp bereikt. Daar staan we nu op een camping municipal en dat bevalt erg goed. Lekker hapjes gegeten en een douche genomen. Wij kunnen morgen verder.
En dat verder is naar Kelowna. Daar in de buurt gaan we morgen iets bijzonders doen voor de verjaardagen. Sneu bericht:  Alle fietsen zijn gejat.  Ja, en wat moeten wij dan morgen? We gaan het zien. Het was een lekkere rustige weg volgens de chauffeur, en we hebben een oversteek gemaakt met een “kabel”veerboot die noodzakelijk is om onze tocht voort te zetten.

Wel jammer was dat het tijdens de rit overwegend regende (het was zoals de campingbaas ons vertelde een prachtige weg om met de motor te doen (“Immer gerade aus”), en dat we tijd nodig hadden, om een camping te vinden die net buiten de stad was. Op die camping hebben we besloten om ons rijschema aan te passen. Als locals vertellen dat je vooral daar en daar moet zijn geweest, wie zijn wij dan om niet de daad bij het woord te voegen. In Nederland is Vlas al een poosje jarig, zoals zijn broer  al zei: “Je kunt de tijdzone wel ontvluchten, maar dat helpt niet. Hier ben je al een oude man van 60.” Morgen een speciale verjaarsaflevering, even geduld aub.

10 juni 1958 de dag waarop hij geboren werd in Deventer, nu 60 jaar later zitten we in Kelowna Canada om dit te vieren. Tijdverschil met Nederland is 9 uur, dus kregen we plaatselijke tijd 06:00 uur een telefoontje van zijn zijn moeder. We hebben het niet gehoord;-)  Na een fijn ontbijt zonder speciale attributen (die was ik even kwijt) zijn we op pad gegaan naar de Myra Canyon.  Onderweg met Ma gesproken, dat was fijn.
Internet zegt over de Myra canyon: vrij vertaald: “ Deze zeer schilderachtige route van de Kettel Valley Railway (KvR) loopt langs een steile ommuurde Canyon. Oorspronkelijk gebouwd met de hand aan het begin van de vorige eeuw, is deze indrukwekkende bezienswaardigheid gemarkeerd door 2 tunnels en 18 schraagbruggen die te spectaculair zijn voor woorden.” Opvallend verhaal, in 2003 is een groot gedeelte van de spoorbruggen in de fik gevlogen. Vrijwilligers hebben het allemaal opnieuw opgebouwd, en dat is goed gelukt. Bijzonder om daar overheen te kunnen lopen, zo hoog in de bergen. Wat betreft de fietsen: ze waren niet allemaal gestolen, maar wij hebben gekozen om te gaan lopen. Dan heb je meer tijd om goed rond te kijken. Er wordt een hoop informatie onderweg gegeven, en dat is altijd leuk. Vaak fotografeer ik dat, zodat ik het thuis nog een keer kan nakijken.
Na een wandeling van bijna 12 km. hebben we van de lunch (crackers met avocado, koffie en thee en een stukje watermeloen) genoten. Dan is het opeens wel handig dat je in de camper alles bij je hebt.
Vandaaruit zijn we nog even bij Knox -Mountain en -Lake  geweest, maar gelopen hebben we niet meer, dat was teveel van het goede voor Vlas. Nu terug op de camping genieten we van de achtergrond muziek van de onze buurman singer/songwriter. Grappig om te zien, hij staat voor zijn camper een repertoire af te werken zonder toeschouwers. Oefening baart kunst zullen we maar zeggen. Langzamerhand wordt het tijd om het eten te gaan klaarmaken, ik hoor al gerammel van de pannen. Groene asperges met zalm , ei en boter, een echt verjaardag maal.  Dat zal wel smaken.

De afgelopen dagen hebben we pauze gehad. Tijd om even rustig aan te doen, een wasje te draaien, twee dagen niet te reizen en lekker van de zon genieten.

Na een relatief korte maar prachtige rit, waarin het landschap langzaamaan veranderd, rijden we veelal langs verschillende meren. De bergen worden kleiner en bevatten geen sneeuw meer. We zitten nu op 276 m. hoogte in het mooie Osoyoos, een stadje aan de grens (4 km.) met de VS. Het is de warmste en droogste regio van Canada, en het heeft een gebied van ca. 100 ha. met woestijnflora en –fauna, met diverse cactussoorten, schorpioenen, hagedissen en ratelslangen. We zitten op een camping die gerund wordt door de bond van de Osoyoosindianen, er hoort ook een wijngaard  en een cultureel centrum bij. In het centrum wordt het verhaal van de indianen vertelt, en is  er een 2,5 km. lang woestijnpad. Als je dit pad volgt krijg je veel  informatie over de leefwijze van de indianen, en er is een Okanagan village. Opvallend zijn de 3-dimensionale indianenfiguren gemaakt van ijzer. Zij staan ook bij de ingang van de camping. Bijna hadden we nog een real live snake event gezien, maar die was alleen voor een groep scholieren. De rattlesnakes die hier zijn, hebben we helaas niet gespot. De woensdag begon mooi, met een heerlijk zonnetje, en dus een ontbijtje buiten. Daarna zijn we naar het dorp gelopen en hebben daar een fantastische winkel bezocht. Je kon het zo gek niet bedenken, of ze hadden het, van verf tot knoflookpersen, van hondenriempjes tot tuinversieringen, en overal trappetjes, naar weer een nieuw niveau. Net onder het plafond liep een modelspoortrein langs. Geweldig. Ik heb een nieuwe jurk gekocht, dan loop ik er iets meer gekleed bij, dan in mijn Griekse stippeltjesjurk. Terug op de camping hebben we heerlijk geluncht, en daarna verdween de zon en kwam de regen. Nu 15:30 uur klaart het gelukkig weer op en kunnen we straks weer naar buiten. By the way: in Nederland ben ik al een half uur jarig ;-). Morgen gaan we op pad naar Manning Provincial Park.

Het is zover, ik vier mijn 60e verjaardag. De dag begint met appjes, berichtjes, en daarna een feestelijk ontbijt met kaarsjes erbij. Vandaag wordt een reisdag. Het plan is naar Manning Provincial Park te gaan, maar daar aangekomen bleken er geen campings open te zijn. We zijn van het droge naar het vochtige klimaat gegaan, dat werd onderweg al duidelijk door een laaghangende bewolking en af en toe regen. Nu maakt dat niets uit als je in de auto zit. Wel blijven de rivieren en de hoogteverschillen op ons afkomen. Op een gegeven moment  lag er weer sneeuw langs de kant van de weg. Het lijkt hier wel wat opener  te worden. Ze zijn over het algemeen druk met de wegen bezig, en dat is goed. Ze hebben in de winter geen mogelijkheid om het een en ander aan te pakken i.v.m. de zeer lage temperaturen. Dus alles moet in het voorjaar want in de zomermaanden gaat iedereen op vakantie. Dan lijkt het net of er post-it’s op het midden van de weg zijn geplakt als tijdelijke afscheiding. Grappig is dat, die vergelijking.

We moesten dus door en zijn aangekomen in de buurt van Hope, op een camping dichtbij een bewaarde route van de  Kettel  Valley Railway (KvR). Toevallig dat we op Vlas zijn verjaardag ook een gedeelte van die Railway hebben gelopen. Dit gedeelte in de Coquihalla Canyon, was heel anders dan afgelopen zondag. Er werden ooit 5 tunnels door de granietrotsen gekapt, maar steeds weer vernielden steen- en sneeuwlawines het traject. In 1961 werd het opgegeven en de werd de spoorlijn afgeschaft. Leuke bijkomstigheid: Hier werden scenes uit de eerste Rambofilm First Blood gedraaid. We liepen door een (spannend) oerbos, dat vochtig was, met veel mos op de bomen, en waar de treinrails dicht langs een rivier liep. Een nieuwe dimensie. We hebben een prachtige tocht gemaakt van zo’n 8 kilometer, waarvan een heel pittig gedeelte omhoog (dat was echt wel zweten)  en gelukkig ook weer omlaag ging. Het was de muilezelroute die de werkers van de spoorlijn in gebruik hadden. Boven op die enorme berg stond dan ook een kleine gedenkplaat. Een waarlijke verjaardagswandeling.

Vancouver Island en Victoria.

Van Hope naar Victoria.  Van de bergen naar een eiland, dus alles wordt vlakker, we laten de bergen achter ons. Hoe meer we in de buurt van Vancouver komen wordt het ook industriëler, en een stuk drukker op de weg. Nou ja, wat wil je het is vrijdag, en een grote stad. Need I say more? We waren op tijd bij de ferry, maar er stonden al teveel grote auto’s op de boot, zodat we een uurtje moesten wachten. Geen punt, we hebben vakantie en het is lekker weer. Er is ook een uitspanning waar veel te doen is, winkeltjes, eettentjes etc. Je kon er zelfs kunst uit Zimbabwe krijgen zegt Vlas. Het grootste gedeelte van de overtocht hebben we uit de wind en in de zon gezeten. Daarna door naar een camping in Victoria, maar die was full. Nu zitten we op een “allfunrvpark”, niet echt een plek waar we normaal zouden gaan staan, maar ja, je moet wat. O ja onderweg kwamen we een bord tegen met de tekst “picking up hitchhikers is illegal”.

Zaterdag  16 juni. Wat een fantastische dag hebben we gehad. Het begon al goed vanmorgen, de hele nacht doorgeslapen, de zon scheen toen ik wakker werd (en dat is niet anders geweest de hele dag) , en de douche was heerlijk. Tijdens het ontbijt face-time met mijn zus, voor haar was het tijd voor een biertje. Daarna naar Victoria. We hadden van de campingdame een tip gekregen waar we gratis de auto konden parkeren. Dus vandaar maar gaan lopen. Allereerst langs de waterkant, naar Fisherman’s Wharf, een levendige, drijvende, toeristische buurt met een jachthaven. En te midden van dat woonboten, private property, “you’r welcome, please respect!” Iets voor Giethoorn en hun chinezen;-).  Doorgelopen naar de Inner Harbour, en vandaaruit een eerste bezoek gebracht aan het Royal BC museum. De eerste rondgang in het museum betrof de oudheid. Aangezien je de hele dag terecht kon, hebben we na dit gedeelte  bij de foodtrucks (achter het museum) iets gegeten. En weer door! Via de Bastion Square(met leuke kraampjes), naar de Market Square dat is ontstaan ten tijde van de goldrush op het einde van de 19e eeuw. Even verderop is daar Chinatown, met een verrassend smal straatje met allerlei winkeltjes, waarvan één paraplu winkel. Via de St. Andrew’s Cathedral (waar ik een kaarsje heb opgestoken), en the Bay Centre (winkelcentrum) terug naar de Royal BC Museum. De historische  verhalen, van de indianen, en cowboys, werden prachtig in beeld gebracht. En weer een nieuw gangetje, of trappetje waarachter geschiedenis verscholen lag. Om 18:30 uur was het klaar met al die mooie belevenissen. Dus rustig aan teruglopen naar de auto, boodschappen doen, tanken en drank halen (daarvoor moet je hier naar een speciale liquor store). Terug op de camping hebben we de laatste geluiden van de autoraces gehoord die  vlak naast de camping worden gehouden. Buurman had ons gelukkig gewaarschuwd. Om 22:22 uur eindelijk  het eten op, en nu uitbuiken met de zere voeten op de bank, en terug kijken op een mooie dag. Morgen vertrekken we en gaan op weg naar …

Op weg naar Port Renfrew. Via East Sooke Regional Park waar we een trail hebben gelopen die naar de kust leidde. Eerst naar Pike Point, en daarna naar de Iron Mine Bay. Ons was (in het boekje) beloofd dat we aalscholvers en zeeleeuwen zouden zien. Mooi niet! Maar het was wel een mooie zondagse wandeling. Op zoek naar een camping kwamen we uit in Port Renfrew, en wat een verassing, daar was aan het water een strand waar we konden kamperen. Voor het eerst een fikkie stoken. Kijk naar de foto’s, dan kan je zien hoe bijzonder het was. Opvallend: al het aangespoelde hout dat je hier op de stranden vind, en daar tussenin een plekje zoeken om te gaan zonnen.  Er kwamen ook veel mensen om te gaan surfen. Op dit moment maandag 18 juni 19:30 uur staan we in de bossen tussen Coombs en Port Alberni. Het is warm vandaag, dus in het bos staan is een goede optie. We dachten binnendoor te kunnen, maar na Youbou hield de doorgaande weg op. Dus moesten we via Highway 1 waar we een tussenstop hebben gehad in Ladysmith, daar hebben de inwoners met vereende krachten een mooi recreatiepark gerealiseerd. Het was dan ook vol met kinderen die een dagje uit waren.

Na de afslag naar de Highway 4 kwamen we door  het kleine plaatsje Coombs. Het staat bekend als de plek waar de hippies ooit zijn neergestreken, en dat is goed te zien aan de winkels die er zijn.Het hoogtepunt is echter de fotogenieke  Old Country Market, waar de geiten op het dak lopen. Helaas hebben wij ze niet gezien. Daarna door naar de Whiskey Creek Campsite, een prachtige plek waar we de komende twee nachten zullen kamperen. In het bos dus. Vergeet ik bijna te vertellen dat er vanmorgen tijdens ons ontbijt een “hummingbird” op nog geen 50 cm.  afstand van mijn ogen mij aan te kijken. Heel even,  maar het was een bijzonder moment. Niet vastgelegd, maar toch het benoemen zeer zeker waard.
We hebben vanmorgen (19 juni) heerlijk uitgeslapen. Tegen 09:30 uur het bed uit. Na een even zo’n kalm ontbijt, kregen we de tip om eerst The Little Qualicum Falls Trail te gaan lopen. Daarna een bezoekje aan Lake Cameron (lunchen op het strand) en vervolgens de trail bij de Cathedral Grove. Dus met goede zin, op pad. De Little Qualicum Trail staat bekend als het mooiste van alle wandelpaden die langs deze rivieren lopen (zegt ons boekje). Je wordt omringd door een weelderig regenwoud langs de rivier. Het was ook een mooie tocht.  Lake Cameron en the Cathedral Grove hebben we niet van dichtbij gezien, het was druk op de weg en met geen mogelijkheid om meer een parkeerplaats te vinden. Bad timing. Terug naar de camping, het zweet van de afgelopen dagen uit de kleren gespoeld, zodat we morgen weer fris en fruitig op pad kunnen.

Ucluelet en Tofino.

Hertje in de achtertuin.

De afgelopen dagen hebben we op een camping in Ucluelet gestaan, op het einde van een schiereiland in Barkley Sound, een baai met een ongerepte kustlijn. De naam is van indiaanse oorsprong en betekent ‘veilige haven’. We weten alleen nog niet hoe het uitgesproken wordt, maar daar komen we vast nog wel achter.  We staan op de stadscamping, aan het haventje en alles is op loopafstand. Dat is ook wel een keer fijn. Naast ons de “ANWB camperclub ” zoals wij groepjes Nederlanders noemen die gezellig bij elkaar staan en gezellig om 17:00 uur aan de borrel gaan, en gezellig ’s avonds samen koffiedrinken. Niets mis mee, maar niet voor ons weggelegd. Het weer hier aan de kust is een stuk frisser, dus echt lang hebben we niet buiten gezeten.  Donderdag hebben we twee gedeeltes van de Wild Pacific Trail gelopen. Eerst de Lighthouseloop van 2,6 km, die zoals gezegd langs een vuurtoren loopt. Dit is het  Amphitrite Lighthouse die in 1906 gebouwd  werd nadat in 1905 the Pass of Melfort was vergaan. Toen in 1914 het houten geval door de oceaan opgeslokt werd, hebben ze  in 1915 een stevige bunker gebouwd.  Er liggen honderden scheepswrakken voor de westelijke kust van Vancouver Island. Daarom spreekt men ook wel van de “Graveyard of the Pacific”. Het tweede gedeelte van de trail was een eindje verderop een tocht van ca. 5 kilometer. Opvallend hier waren de vele balustrades en trappetjes die gebouwd waren. Daardoor waren en veel uitkijkpunten veelal voorzien van een bankje. Deze  bankjes kom je in heel Canada tegen. Ergens op een willekeurige plek (zo lijkt dat voor ons), in herinnering aan een man, vrouw of familie (memorialbankjes) of gesponsord cq. geadopteerd door bedrijven dan wel burgers. Vrijdag 22 juni een dagje naar Tofino, een toeristische plaats waar veel te doen is, zoals whalewatching, kayaking, biking, surfing of met een watervliegtuig de boel verkennen. Alleen als het regent, zoals vandaag, is er geen donder aan te beleven. We hebben nog wel een mooie Tonquin trail gelopen, over het zandstrand en door het regenwoud ;-). Later nog een kleine Ancient Cedartrail. We zitten in een gebied dat tsunamigevoelig is. Overal langs de weg worden we daarop gewezen, maar een goede foto van de bordjes, dat is een ander dingetje. Morgen vertrekken we naar Nanaimo voor de laatste twee nachten in de camper. Het einde van de campertrip nadert, maar we hebben dan nog een paar dagen Vancouver tegoed.

Na een relatief korte rit zijn we aangekomen in Nanaimo aan de oostkust van Vancouver Island. Op een camping die niet te ver van de boot ligt omdat we maandagmorgen vroeg 07:45 uur moeten vertrekken. We staan op een prachtige plek “ocean-view”. In Nederland hebben we een familiefeestje gemist en jammer genoeg lukte het niet om te face-timen. Dat lukte na de middag wel, maar toen stond men in Nederland op het punt om te gaan slapen. We hebben een trail over het campingterrein gelopen en veel vogels gezien. Het meest bijzondere was weer een hummingbird (kolibrie) van dichtbij, maar moeilijk te fotograferen. Zo snel als die kleine vogeltjes bewegen, ongelofelijk. We weten nog niet precies welke het is geweest, omdat het een tegenlicht opname is. Maar die vogel op de foto hebben is al een prestatie op zich. Zondagavond 18:44 uur. Vlas is aan het koken, de laatste maaltijd (chips & hamburger) in de camper. Gelijktijdig hangt er wat was in de camper te drogen. Geen fantastische combinatie, maar als je ziet hoe het weer buiten is, dan kan het niet anders. De dag begon mooi, en na het ontbijt zijn we naar Nanaimo gegaan om de stad te bekijken en om op aanraden van een vriendin een trail te lopen op Newcastle Island.  Voor 5$ kon je met een bootje er naar toe. Het was een mooie wandeling, maar helaas ging het onderweg regenen, eerst zachtjes, dan weer even ophouden, maar het zag er naar uit dat het niet meer zou stoppen. Terug dus naar de camping. Daar begon het allengs harder te regenen. Dus niet meer genieten van de zon, en de vogeltjes lieten zich ook al niet zien. Blij dat we dat gisteren mochten meemaken. Na het eten gaan we de boel inpakken. Op het moment van schrijven onweert het zelfs, dat hebben we de hele trip nog niet gehad. Morgen meer over de overtocht. Op naar Vancouver!
Om 05:30 uur liep , voor het eerst deze vakantie, de wekker af. We hadden de boot van 07:45 uur gereserveerd, en ik moet zeggen we waren ruim op tijd aanwezig. De overtocht verliep voorspoedig, we hebben bijna de hele tijd buiten gezeten, maar de lucht van gebakken eieren en spek die steeds voorbij kwam maakte me wel een beetje misselijk. Maar ja, er moest aan boord wel ontbeten worden. We stonden met de camper helemaal vooraan, en ik heb een filmpje gemaakt toen de deuren opengingen en we gingen aanleggen. Ik vind dat altijd heel spannend. Zou het wel goed gaan? Maar ook deze keer was er gelukkig niets aan de hand, en tegen 09:45 uur waren we weer op het vaste land. Camper ingeleverd en naar downtown Vancouver gebracht. Veel te vroeg om in te checken bij het hotel, maar gelukkig mochten we onze koffers achterlaten om zelf de stad in te gaan. Jeetje, wat een grote stad met hoge gebouwen. Het is wel een omschakeling. We hebben de haven bezocht, en nog wat (ca. 3 uur) rondgelopen toen we eindelijk ons hotel in konden. Toen we eenmaal onze kamer in konden, ben ik vrijwel direct op het bed geploft en kon een dutje niet uitblijven. De komende dagen meer nieuws uit Vancouver!

Van andere Canada-gangers hadden we begrepen dat je in Vancouver goed kunt fietsen. Vooral de Seaside Greenway sprak mensen aan. Dus hup, fietsen gehuurd, helmpje erbij en op pad.  Dit fietspad loopt helemaal om het beboste schiereiland in Burrard Inlett. Daarin bevind zich Stanley Park, één van de grootste stadsparken van Noord- Amerika, waar je prachtig uitkijkt op de skyline van Vancouver, en andere vergezichten.

Het was zeer de moeite waard, gewoon langs de oceaan fietsen. We hebben van allerlei leuke dingen gezien, waaronder een bijzondere reiger.
Vlas heeft nog een zeeleeuw gezien. Na die tocht zijn we doorgefietst naar de botanische tuin van Alma van Dusen.

De weg erheen liep door woonwijken, was lang en steil, maar qua drukte goed te doen aangezien je er weinig auto’s reden. Volgens mij hebben ze hier de term fietsstraat uitgevonden.  Daar zouden andere grote steden een voorbeeld aan kunnen nemen. De lokale fietsers zijn goede afdalers ;-), ze racen je voorbij, roepend: bike passed left, je weet nl. nooit wat er voor je fietst. Engelsen die de neiging hebben links te rijden, en dan die beginnende fietsers (veel Aziaten), die soms helemaal slingerend de weg over gaan.

Woensdag hebben we de fietsen nog een dagje gehuurd, omdat het opvalt op dat veel musea en “things to do” aan de rand van de stad liggen, dus die moet je met het openbaar vervoer of fiets zien te bereiken. Wij zijn naar het Vancouver Aquarium en de botanische tuin van de University British Columbia (UBC) geweest. Daar hebben ze een Greenheart TreeWalk. Je loopt hierbij over vreselijk wiebelende “touw”bruggen die tussen ceders,  douglassparren en grote dennenbomen hangen.  Het is een pad van zo’n 310 meter lang en het hoogste punt bevindt zich op zo’n 20 meter boven de grond. Weer veel gefietst en het laatste stuk

Inukshuk

naar de  UBC ging erg omhoog. De conditie werd volop aangesproken. NB: we zijn nu helemaal kapot na twee dagen fietsen, zere billen, zere benen, en ga zo maar door. Heerlijk gegeten bij de Chinees op de hoek, mjammie, mjammie. Morgen een dagje aan de wandel, weer even iets anders, misschien wat souvenirs kopen, en een bijzondere ontmoeting …..

De laatste volle dag in Vancouver zijn we begonnen met een ontbijtje in het Pacific Centre een groot winkelcentrum met allemaal dure winkels, Versace, Kate Spade e.a. Daarna verder gewandeld omdat we een aantal dingen nog wilden zien. Een mooi cadeautje was de Marine Building in art deco stijl. Van buiten mooi, maar van binnen prachtige versieringen tot in de lift toe.

Ook hebben we het “Gassy Jack” standbeeld gezien, Hij was degene naar wie Gastown is vernoemd. Een verloederde wijk, maar na een renovatie van de bakstenen gebouwen en pakhuizen een geliefde ontmoetingsplaats van de yuppies in Vancouver. Ook de Steam Clock trekt veel bekijks. De klok wordt met stoom aangedreven en fluit elk kwartier het deuntje van de Big Ben op zijn stoomfluit. Niet dat wij dit gehoord hebben, maar dat heb ik uit het boekje. Doorgelopen via China Town en een buurtje waar veel daklozen, zwervers, en drugsgebruikers zich ophouden (niet fijn om daar doorheen te gaan), met een ferry naar Granville Island Public Market. Een ware belevenis, hallen waarin van alles te koop wordt aangeboden. Sieraden, broodjes, fruit (op hele mooie stapeltjes) vis etc. etc. Een gezellig en bedrijvige omgeving. Na een biertje,  tortilla chips en guacamole op een terras, terug met de ferry, en naar het hotel. Net van de boot gekomen, hoorde ik mensen heel hard roepen, omkijken en er staat iemand te zwaaien, niet voor ons denk ik.

Hoe fout kan ik zijn. Later die avond begreep ik dat het de kennissen waren die we ’s avonds in ons hotel zouden treffen. We hadden gehoord dat ze ook in Canada bivakkeerden, en dat dit het enige moment was waarop we elkaar zouden kunnen treffen. We zijn gezellig samen uit eten geweest en hebben over de ervaringen in Canada en nog veel meer andere dingen gesproken. Erg leuk om elkaar te zien. Nu, donderdagavond 23:00 uur, drinken we op onze hotelkamer onze laatste biertjes op. Morgen gaan we inpakken en zullen we de terugreis aanvaarden. Later daarover meer.

Het regent in Vancouver. Kom, we gaan terug naar huis! Na een klein ontbijtje op de kamer, hebben we de boel ingepakt en tegen 10:30 uur uitgecheckt. Eerst een wandelingetje naar het Yaletown-Roundhouse station om vandaar de Canada Line naar het vliegveld (YVR) te nemen. Een half uurtje voor het luttele bedrag van $2,80. En toen begon dus het grote wachten. Eerst maar eens koffie/thee en wat lekkers. Een praatje met een Ier gemaakt, die op mijn verzoek ons nog even op de foto heeft gezet. Daarna wachten op het moment dat we de bagage konden afgeven. In een steeds langer wordende rij klaarstaan voor de douane, wat voor Vlas wat oponthoud opleverde. Hij had het treinkaartje nog in de broekzak, en die gaf een alarmsignaal. Ronddwalend door de taxfree winkels om de laatste $10,- op te maken aan lekkernijen , een stuk pizza gegeten en weer wachten.

Na enige tijd kwam ons vliegtuig aanzetten, en dan gaat de tijd opeens een stuk sneller. Mooi om te zien al die bedrijvigheid. De vlucht liep vervolgens zonder problemen, en op Schiphol stonden mijn zus en zwager ons op te wachten. Dat is leuk terugkomen.

Het zit erop. Onze Canadareis. We hebben genoten van het land en de soms overweldigende natuur, de vriendelijke mensen, de bijzondere kampeerplekken. Die natuur bestond uit bossen, vlaktes, canyons, watervallen, meren, parken en veel wildlife. Het rijden en bivakkeren in “onze” camper, de trails die we hebben gelopen, de beren, herten, eekhoorntjes en de vele vogels die we hebben gezien. Dat blijft toch een leuke bezigheid, vogels spotten en daarna in het boekje nakijken wat het is. Ook het schrijven van de stukjes was een leuke bezigheid, samen de teksten maken, en de foto’s erbij kiezen. We hebben ook heel veel niet beschreven en dat is maar goed ook, want anders hebben we niets meer te vertellen.

Vogels krijgen altijd een beetje extra belangstelling van ons. De truc is om ze mooi op de foto te krijgen, en dan in het boekje op te zoeken wat het was. Onderstaande vogels hebben we gespot. Eén of meerdere keren. Geniet ervan.

American Robin
Brown-headed Cowbird
Northern Flicker
Clark’s Nutcraker
California Quial
Osprey
Red-winged Blackbird
Bald Eagle
Great Blue Heron
Western Tanager
Violet-green Swallow
Belted Kingfisher
Brown Creeper
Rufous Hummingbird
Dark-eyed Junco
Canada Goose
Turkey Vulture
Pelagic Cormorant

 

18/18