Auteur archieven: Juul

Plan voor vandaag: Varen, varen en nog een stukje varen en zwemmen. Het beloofde weer een tropische dag te worden. Dus koste het niet veel moeite om iets te bedenken. We gaan varen en nemen een lekkere lunch mee voor onderweg.

Een (bijna) verzopen katje Mia. Dacht dat ze op water kon lopen, ging kopje onder, schrok, vloog er weer uit en stond bibberend op de kant onder het wier. Ze schudde pootje voor pootje uit, waarna Vlas haar heeft schoongespoeld.
File varen
Giethoornse bruggetjes.
Klaar voor de lunch
In zijn element
Begin van een prachtige uitvoering.

Vandaag hebben we een rustdag. Ik heb last van mijn rug, lopen gaat goed, maar dat opstaan van de stoel bah wat naar. Het is vandaag benauwd buiten, dus blijven we lekker binnen. Nou ja, we moesten nog wel boodschappen doen, en hebben daarbij Steenwijk nog even onveilig gemaakt. Dus geen of bijna geen activiteit op de foto’s.

Het begint al goed, samen op de bank. Favoriete plek van Mia en maar spinnen.
Daarna nog even computeren.
De “Bloedbankpuzzel” is af (geen foto helaas), dus een andere activiteit opgepakt het knippen van een patroon voor een jurk.
Zelfs Mia deed mee aan de rustdag. Het gekke uurtje zal straks nog wel komen.

Vanavond zo vlak voor het eten begon het een beetje te regenen. We hopen dat er meer gaat vallen voor de verkoeling en voor de tuinman is het ook prettig. We gaan het zien morgen.

De plannen waren mooi: het zou afkoelen en we zouden gaan fietsen, een tochtje van ca. 30 kilometer. Dat het er niet van gekomen is, heeft te maken met Juul. Na een onmogelijke nacht, met veel pijn, draaien, zweten en ander ongemak van de rug is het me gelukt om me (met hulp) in de kleren te hijsen. Potverdorie, wat doet dat zeer, een onwillige rug. Ik liek wel een old wief. Nu voel ik wat Vlas al een tijd lang elke dag heeft en ik kan je verzekeren dat is geen pretje. Om een beetje in beweging te blijven heb ik een piepklein rondje in het dorp gelopen, onderstaande heerlijke salade in elkaar geflanst en verder niets, nou ja, op de stoel gezeten en in bed gelegen. Langzamerhand gaat het iets beter, straks nog weer een klein rondje wandelen en morgen zien we verder. Kiek’n wat ’t wot.

De enige foto van vandaag, maar het smaakte goed!

En dan is het echt voorbij de vakantie van 2020. We hebben 3 hele mooie, verschillende weken gehad. Nog even bijpraten over afgelopen weekend: Zaterdag zijn we naar Hoogeveen geweest naar de KIP-fabriek. We hadden nl. op een camping een kleine KIP-Shelter (what’s in a name) gezien. Leuk om dat bedrijf te zien, en plannen te maken voor een eventuele opvolger van de vouwwagen. Minder gesjouw en getrek dat lijkt ons wel wat (ja, we worden een dagje ouder, en krakkemikkiger, dat heb ik deze week wel ondervonden). Toen we terugkwamen waren mijn zus&zwager reeds gearriveerd. We hebben de rest van de tijd benut met BBQ-en en veel bijkletsen.

Vanmorgen nadat we in alle rust de boel hebben ingepakt (inclusief dingen die niet van ons zijn, SORRY) worden we uitgezwaaid door de familie.

NB: Speciale dank aan de familie Harmsen die al deze weken de planten in onze tuin hebben behoed voor uitdrogen, en een teveel aan onkruid.

Nee, de titel slaat niet op Vlas die vandaag (10 juni) jarig is, maar op de LF-route die we deze week gaan fietsen. De komende week staat de Zuiderzeeroute op het programma, een route die een ronde om de voormalige Zuiderzee beschrijft .

We starten vanuit huis en fietsen eerst naar Nunspeet, daar pakken we dinsdag de route, die zo’n 400 kilometer lang is, op. Afgelopen vrijdag hebben we wat aanpassingen aan de fiets gedaan, nieuw zadel, nieuwe handvatten, remblokjes vervangen, ketting gesmeerd, en mooie nieuwe stuurtassen gemonteerd. We hebben er zin in!

Tegen elf uur waren we er klaar voor, en vertrokken we met het zonnetje hoog aan de hemel en de wind vanuit het noordoosten richting Veluwe.  Mooi fietsweer niet te warm. Via Terwolde naar Vaassen, over de Gortelse heide naar Vierhouten om tenslotte aan te komen op de camping bij Nunspeet. We hebben een trekkershut gereserveerd. Het lijkt ons zo heerlijk lekker lang buiten te kunnen zitten, in plaats van “opgesloten” in een hotelkamer. Hoe vaak dat lukt  moet nog blijken, maar voor de eerste twee nachten is het geregeld. Tegen een uur of twee kwamen we op de camping waar veel mensen bezig waren hun spullen in te pakken om weer naar huis te gaan. Voor ons begint het pas, hoe leuk is dat. Na het verkennen van de omgeving terecht gekomen op het terras waar ze  bier en bitterballen serveerden. Vanavond gaan we in Nunspeet een hapje eten ter ere van het heuglijke feit.

Laatste update voor vandaag. Heerlijk gegeten bij Sirtaki, en nu we voor de hut zitten, begint het langzaam te spetteren. Maar dat deert ons niet. We weten: Wat er vandaag valt, valt morgen niet. En zo begonnen  én eindigen we met een lied!

Na een goede nachtrust, de spullen opgepakt. En wat denk je wat. Het regent, nou ja niet echt heel hard, meer een miezer waar je langzamerhand zeiknat van wordt. Even wachten dus voor het vertrek, maar tegen een uur of tien waren we er klaar voor. Op naar Eemdijk. Bij knooppunt 82 pikken we de Zuiderzeeroute op. Nu gaat het echt beginnen. Eerst maar eens naar Harderwijk, een tocht van zo’n anderhalf uur.

Viel mij best tegen, maar een rechte weg zie je weinig met fietsroutes. Wel mooie paadjes bereden. Na een uitsmijter en een wandeling door Harderwijk konden we er weer tegen. We hebben een “stom stuk” gefietst, één lange smalle weg langs strand Nulde aan de ene kant en de A28 aan de andere kant. Een hoop lawaai, veel wolken van kleine vliegjes waar we doorheen moesten, maar ook 2 hele grote fietsen.

Die waren dan wel weer leuk en ken je misschien wel van er langs rijden. Toen we de grote weg links konden laten liggen reden we over een prachtig dijkje door een mooi polderlandschap waarin twee stoomgemalen stonden.in de Arkemheen ( een oude zeepolder met een onregelmatige blokverkaveling) ligt het stoomgemaal Hertog Reijnout met 2 enorme schepraderen, en gebouwd in 1883. In 1983 werd het werk overgenomen door een elektrisch gemaal. Tot zover de geschiedenisles. Het blijft mooi om die grote ketels te zien. Eén ervan gaf nog warmte af. Ze hadden er afgelopen weekend een demonstratie mee gegeven. Een mooie rustgevende plek (als je de beheerster niet meerekent ;-)).

Het laatste stuk van het traject vandaag ging via Spakenburg -Bunschoten naar Eemdijk waar we weer een fijne trekkershut op een camping hebben kunnen regelen. Hier in de buurt zijn veel terreinen waar bedrijven vrijwillig weidevogels beschermen. Een mooi initiatief. Tot 22:30 uur hebben we buiten kunnen zitten! Speciaal voor Ria heb ik een foto gemaakt van het Spakenburgs lied. Die houdt je nog tegoed. Morgen een korte etappe aangezien de weervoorspellingen niet erg goed zijn. Er wordt veel regen voorspeld. We gaan van Eemdijk naar Muiden.

De dag begon goed. Het was droog en niet al te koud. We fietsen alweer door een mooi stuk Nederland nl. de Eempolder. Deze wordt in tweeën gedeeld door het riviertje de Eem.

Deze staken we over in Eemdijk, een leuke veer met speciale aanbiedingen. Doorbraakkolken getuigen van de onberekenbaarheid van het water. Het Gemaal Eemnes (waar we een korte stop hadden) uit 1880 werkte tot 1921 op stoom. Op een gegeven moment fietsten we over de vogelboulevard Eemland.

Een mooi fietspad met allerlei uitleg over de weidevogels die daar in de bloemrijke weilanden naar hartenlust rondfladderden. De tocht ging heuvelachtig via Blaricum naar Huizen, waar verschillende strandjes zijn, en een gemoedelijk Nautisch kwartier, met 4 kalkovens en een botterwerf. Door een mooi park en bos naar Naarden toe. En ja hoor, daar kwam de beloofde regen met bakken de lucht uit. Eerst maar even lunchen dus.

Daarna geschuild bij een heeeeel oud stadhuis. O ja, vandaag Nationale buitenspeeldag. Die viel dus compleet in het water in Muiderberg erg sneu! Verder zijn we 4 x een snelweg gekruist. Zijn we koud maar gelukkig op een bijzonder airbnb adres gekomen.

Een hut in een oude koeienstal, waar een pony, kippen en schapen rondlopen, en met uitzicht op het Muiderslot.

Tot slot: Alle kindertjes van snort, wonen in een ….

Het plan was om vroeg te starten aangezien het een lange dag zou worden. Dus om 09:00 uur zaten we op de fiets. Op naar Edam. Het eerste stuk naar Amsterdam hadden we de wind redelijk tegen, moesten we vaak over bruggen, en kwamen we langs camping Zeeburg.

Vanaf dat moment verlaten we de route LF23a en pikken de LF21a op deze gaat van Amsterdam naar de Afsluitdijk. Op naar Durgerdam (liedje van Jeroen Zijlstra, luisteren is de moeite waard). Een langgerekt dorp met beschermd dorpsgezicht en houten huisjes in verschillende kleuren. De weg tussen Durgerdam en Ransdorp was bijzonder. Rechts en links van de weg slootjes. Die aan de rechterkant waren zelfs hoger dan de weg, links een stuk lager. Heel prettig: de wind in de rug. En we gingen hard en makkelijk…. Ook wel een keer fijn na de dag van gisteren.

In Monnickendam even pauze genomen, het begon te druppelen en we waren aan koffie/thee met taart toe. Een wandeling door het dorp met een bijzondere speeltoren. Het is de stadhuistoren dat elk uur een ruiterspel in werking zet. Een aan het uurwerk verbonden blaasbalgconstructie laat een faam (gevleugelde vrouwenfiguur niet te verwarren met een engel) het aantal uren op een bazuin aangeven gelijktijdig met de uurslagen (bron: wikipedia, wat dat verzin ik niet zelf) Ik zou gezegd hebben: er blaast ook nog een engel van de toren, en dat 12 keer!

Na de pauzewandeling door naar Volendam, daar werden we “gedwongen” om te wandelen, mijn god wat was het druk daar op de Dijk. Aangezien we er al eerder zijn geweest konden we met een gerust hart doorfietsen.

Via een rechte weg (afwijkend van de route) naar Edam, waar Vlas een trekkershut (lichtblauw) op de camping heeft geregeld. We waren dus vroeg binnen. Genoeg tijd om lopend (weer eens iets anders dan fietsen)naar Edam te gaan en een rondwandeling door de stad te maken, en boodschappen te doen. Edam is leuk! Behaklvr de wesp/daas/beest wat mij zo nodig twee maal in mijn nek moest steken. Gemeen zeer doet dat. Er staat een bijzondere kerk, de Grote of Sint-Nicolaaskerk. Een gigantisch bouwwerk, de grootste hallenkerk in Noord Europa werd mij verteld. Opvallend waren de vele glas-in-lood ramen geschonken door tal van andere Hollandse steden na de brand in 1602. Indrukwekkend was het wel, van huis uit een Katholieke kerk, maar lijkt nu meer op Protestante kerk. Alleen in de zomer zijn er missen/diensten, ’s winters is ie niet warm te krijgen. Terug op de camping, na een heerlijke warme douche, zijn we uit eten geweest in het campingrestaurant, Het was heerlijk.

We staan voor een uitdaging vandaag. Op mijn verjaardag een tocht van maar liefst 70 kilometer. Dat krijg je als je in trekkershutten wilt kamperen. Deze zijn niet overal beschikbaar.

Met goede moed, na een verjaarsontbijt en de nodige felicitaties gingen we op pad. Onze eerste stop was al na 1 kilometer. Een horde koeien die van de stal heel relaxed over de weg naar het weiland kuierden, af en toe een dolletje (ik krijg jou echt wel in die sloot), gewoon een kwestie van rustig wachten.

Daarna weer verder richting Scharwoude, waar het langzaam maar gestaag begon te regenen. Eerst nog schuilen in het bushokje, maar daar werd ik ook niet blij van. Dus regenpak aan (daarom hebben we hem mee ;-))en vertrekken maar. Het hoort immers zo bij Nederland zo’n bui. Nadat we Hoorn hadden geslecht, werd het weer beter en langzamerhand konden we de regenpakken verruilen voor een t-shirt en broek met opgerolde pijpen. In Enkhuizen hebben we uitgebreid gepauzeerd en heerlijk geluncht in de warme zon op een terras. We kennen de stad van bezoekjes met Giny & Daniel en de Prins Willem Alexander (Solisboot). Wanneer was het ook al weer, en met wie hebben we waar gelopen. En natuurlijk het Zuiderzeemuseum waar we brussendag hebben gehad. Herinneringen alom, maar dat maakt de tocht ook leuk.

Vandaag hebben we heel veel over (hogere) dijken gefietst met daaronder ook een weggetje, het word lieflijk vind Vlas, kleine dorpjes, slingerend langs de kust. Onderdijk, Oosterdijk, Andijk, Wervershoof om maar wat plaatsten op te noemen. Op voor de laatste etappe naar Medemblik. De zere billen slaan toe, van de fiets afstappen gaat steeds moeizamer. Na het opstappen eerst de goede zit vinden, en dan stil blijven zitten. Langzaam maar gestaag gaan we verder naar Opperdoes waar ons volgende onderkomen is. Het Pannenkoekenstation.

Weer een prachtige hut, van alle gemakken voorzien dit keer zodat we zelf kunnen koken. Dat wordt een fijne gourmetavond. Keuze van de jarige. Daarvoor moesten we nog wel even boodschappen doen in de stad. En wat schetst onze verbazing? We kennen Medemblik. Hier zijn we met de PWA geweest in 2013. Nog meer herinneringen. Leu k! Morgen de Afsluitdijk over en richting Workum, maar daarover later meer.

Om 04:00 uur werd ik wakker en….. zachtjes tikte de regen op de trekkershut. Nou ja zachtjes, het werd steeds erger, dan weer minder, enzovoort, enzovoort. Gelukkig ben ik weer in slaap gevallen. Bij het wakker worden was de situatie precies hetzelfde. Regen, regen, en nog eens regen in alle variaties.

We hadden berekend dat het tegen 11:00 zodanig droog zou zijn dat we op pad konden. Dus regenpak aan en fietsen maar. Een kaarsrechte weg door de polder van zo’n 23 kilometer met wind tegen. Pffffff, dat vraagt wel wat van je. Maar goed, we hebben het gered en waren om 12:50 uur in Den Oever, alwaar de bus die ons over de Afsluitdijk zou brengen al klaar stond.

Groot was mijn verbazing toen we in Breezanddijk uit de bus werden gezet. Dus niet de hele Afsluitdijk met de bus, maar de helft. Gelukkig kwam de wind nu wel uit de goede hoek, dus gingen we flierefluitend op weg naar Makkum.

Ook in Makkum hebben we verhalen liggen van Giny & Daniël (met openbaar vervoer van Deventer naar Makkum, dat was wat) en PWA, bezoek met de gasten aan het aardewerkmuseum. Vandaag gingen we voor een patatje en wat te drinken op een terras in de zon. Daar waren we wel aan toe.

Op voor de laatste etappe naar Workum. Nog zo’n 12 kilometer te gaan, ook hier weer polders, en toen we Workum zagen liggen (ha, we zijn er bijna) blijkt er nog een hele grote boog gefietst te moeten worden.

Maar eind goed al goed. We zitten op camping Suderse, hebben boodschappen gedaan, gegeten en afgesproken hier een dagje rust in te plannen. Voelt goed, even geen grote tocht in het vooruitzicht, maar Workum en omgeving verkennen. Het weer wordt ook beter zegt men. Om met een bekende weerman te spreken: Oant Moarn!

Een kort verhaaltje vandaag, want we hebben niet veel uitgevoerd. Dat hoort natuurlijk ook bij een rustdag. Vanmorgen zijn we naar het strand aan het IJsselmeer geweest om naar het kitesurfen te kijken.

Het was een drukte van belang, op een gegeven moment telde ik zo’n 47 kites in de lucht. Bij het strand en de naastgelegen camping is een winkeltje. Hier hebben we vast wat boodschappen gedaan voor het avondeten. We gaan BBQ-en. Om de hoek van ons hutje ontdekten we er één, dus daar moeten we maar gebruik van maken. Na de middag zijn we naar Workum gefietst. Een hele tocht van wel 7 kilometer (heen en terug).

En wat we verwacht hadden klopt! We kennen Workum inderdaad niet. Ook eens leuk zo’n nieuwe stad! We hebben het Jopie Huisman Museum bezocht. Een museum met mooie verhalen over een bijzonder mens, en met Deventer stoelen (maar dat is een verhaal apart). Je ziet de spullen die hij geschilderd heeft, en er was een collectie gewichten die hij gespaard heeft.

Grote, maar ook hele kleintjes. Nog wat inkopen gedaan en terug naar de camping de gewassen kleren in de zon hangen. We hebben zo onze favoriete outfit, die wel een wasbeurtje kon gebruiken. De zon schijnt nu volop en we drinken er een lekker biertje van het BrouwDok. Vanavond dus BBQ, en morgen weer op de fiets voor een tocht naar Scherpenzeel.

De zon schijnt als we opstaan om aan een nieuwe etappe te beginnen. Dat is ook wel een keer lekker. Vandaag gaat de tocht van Workum naar Scherpenzeel. Een gehucht nog net in Friesland in de buurt van Ossenzijl . Aangeraden door goede vriendin Joke die zag dat ze op deze natuurcamping ook trekkershutten hebben, en het is de enige in de buurt. Naast die hut, is er op het terrein ook een groentetuin, waar je als gast gebruik van kan maken.

Juul heeft er naast groente ook een slang gezien, wel een anderhalve meter lang en zo dik als een twee euromunt (of zoiets). Maar goed we vertrokken vanuit Workum, goed ingesmeerd want de vooruitzichten zijn goed. Korte broek en hemd volstaat vandaag.

Er staat wel een straf windje en de meeste tijd hebben we die tegen. Dat kost tijd, maar koelt mijn warme hoofd ook enigszins af. De eerst echte stop is in Stavoren, daarvoor zijn we Hindelopen al gepasseerd. Ook hier weer herinneringen maar nu met de Vlastra’s. Ooit hebben we gekampeerd in het Gaasterland en zijn we in Stavoren geweest.

Het gebied tussen Workum en Lemmer is mooi. Lieflijker dan in de kop van Noord-Holland. Koeien en schapen (met rugnummer) en groene weides. Langzaamaan komt ook het riet in beeld. Vlas heeft een vrouwtjeskruisbek gespot. Gaasterland is licht glooiend.

Op een gegeven moment stonden we 10 meter boven NAP, naar een grote rode zwerfkei te kijken. Ook vind je hier bossen, wat het landschap aantrekkelijk maakt om in te fietsen. Er is een grote weerzin tegen zandwinning in het IJsselmeer. Overal staan borden langs de weg, en ik lees dat het heeft geholpen. Mooi zo’n protest. In Lemmer hebben we bij de ophaalbrug heerlijk genoten van een groot ijsje.

Hij ging vaak open, veel bootjes op het water. Na Lemmer kwamen we veel Duitsers tegen die met een Schiff Rad tocht bezig waren. Eindelijk op de plaats van bestemming, moesten we nog inkopen doen.

Dat was iets verder dan we bedacht hadden, dus uit eten geweest en daarna in alle rust met volle buik en boodschappentas terug naar de camping. Morgen gaan we Friesland verlaten, en zoals we weleens zien als we een stad uit fietsen zeggen we: Fryslan, oant sjen!

Pipo de clown en Mamalou……

Ja hoor, we zitten in een pipowagen in IJsselmuiden. Eigenlijk wilde ik beginnen met: “Ik was in Nederland”. Een Nederland waar de boeren druk bezig zijn met het hooien, waar groepen scholieren voorbijtrekken op dezelfde soort fietsen, waar de Weeribben een feest van herkenning was, waar klokkestoelen en begraafplaatsen op onze weg kwamen. etc. etc.

Maar laat ik beginnen bij het begin. Vrij snel na ons vertrek kwamen we bij de Kijkhut voor de niet-bestaande vogels van de Rottige Meenthe. Zoals daar zijn de Napolitaan, de Visgluiper en de Mestpikker. Mocht je ooit eens in de buurt zijn, een bezoekje waard. De tweede stop na zo’n 5 minuten fietsen was de klokkenstoel van Spanga. De klok wordt geluid bij begrafenissen. Drie maal drie keer voor een man, twee maal drie keer voor een vrouw, en één maal drie keer voor een kind.

Maar goed, we fietsten dus door de Weerribben van Ossenzijl naar Kalenberg. En daar over een lange smal pad door het dorp. Gelukkig is het nog geen vakantie, want passeren kan bijna niet. We hoeven nog niet in filevorm langs het water. Deze buurt kennen we aangezien we daar vaker met José&Willem hebben rondgestruind. Het is en blijft een mooi gebied. En zo kwamen we dus door Nederland.

We pauzeren bij de klokkestoel van Baarlo. Deze klok wordt maar 3 á 4 keer per jaar geluid. Sowieso hebben we wat meer pauzes gehad vandaag. Het was warm, de zon scheen volop en veel vals plat om te fietsen. Door naar Blokzijl naar Kaatje, die uitkijkt over de Sluis. O ja, en ook hier moesten we wachten voor de ophaalbrug. Zoals gisteren ook zo vaak gebeurde. Bij Zwartsluis gaan we met het pontje over naar Genemuiden, en vandaar op naar de pipowagen.

Het was zwaar fietsen daar van Kamperzeedijk Oost naar Kamperzeedijk West, maar het einde komt in zicht. Nu zitten we op de camping, hebben de boodschappen in huis, drinken een biertje en het is goed zo. Morgen verder.

20:00 uur en we hebben het eten op. Thuis ditmaal. Ja, het is voorbij onze fietstocht rond de Zuiderzee. Vandaag begonnen in IJsselmuiden, en via Kampen naar Elburg. Vroeg (08:10 uur) op pad want de weersverwachtingen waren  niet goed. Onweer op komst en in het hele land code geel.

Nog even wat extra kleding aan, maar al gauw was dat overbodig want de zon scheen weer volop. We hebben besloten om naar Elburg te fietsen en daar de route te verlaten om naar huis te gaan. Dus het hele rondje hebben we niet gedaan, maar om weer van Nunspeet dezelfde weg terug te fietsen vonden we ook niet leuk. Vandaar!

Elburg haalden we, en om 10:30 uur zaten we aan de koffie/thee en hazelnootschuimgebak. Echt wel lekker! Vanaf Elburg dus knooppuntenroute rijden. Uitgezet door Juul. In ’t Harde aangekomen begon het opeens behoorlijk te regenen. Met bakken kwam het uit de lucht. Gelukkig bevonden we ons in de omgeving van het zwembad, alwaar een “keet” of veredeld bushokje, voor de jeugd stond.

Samen met een plaatselijke koerier hebben we geschuild. En dat was ook wel hard nodig. Het onweer barstte in alle hevigheid los. Donderend geweld, felle lichtfitsen, en harde klappen boven ons hoofd.

We hebben ongeveer  een uurtje in de hangplek (voor natte ouderen in dit specifieke geval) gebivakkeerd , het rook er naar verschraald bier, tabak en een brandlucht , maar we stonden in ieder geval droog! Toen het wat beter werd hebben we uit voorzorg de regenjas aangetrokken en op pad maar weer. Nog één onweersklap hoorden we en daarna werd het rustiger.

Vanuit ’t Harde is er maar één weg richting Epe waar je overheen moet. De N309, mijn god wat een weg, een helling  waar geen eind aan scheen te komen. En maar doortrappen, je moet toch wat, lopen is ook geen optie. De bult af dat was pas fijn.

Bij Veessen kwamen we de dijk op, en met het pontje vanuit Welsum naar Olst gevaren. We hadden nog één tussenstop in ons vizier. Diepenveen! Op goed geluk een bezoekje aan Vlas zijn jarige moeder. Niet lang nadat wij daar arriveerden, kwamen ze thuis van een lekker lunch buitenshuis. De verassing was compleet.

Resumé: 10 dagen van huis, 9 dagen gefietst, 532.7 kilometer afgelegd (volgens mijn fietsteller), al het weer gehad waar Nederland zo’n patent op heeft, genoten van de diverse landschappen, veel vogels en hun gekwetter, de trekkershutten, en elkaar. Wat wil je nog meer. Niets dus. Zie 2 tevreden mensen, die het goed hebben gehad.

Zondag 27 mei 2018
Om 14:30 uur zijn we klaar voor vertrek. Het huis is aan kant, de koffers gepakt en de laatste (af)was gedraaid. Alles bij ons? Dat hopen we dan maar. Eerste tussenstop Zaandam. Mijn zus haalde ons op van het station. Wat een luxe. Daarna gezellig een paar biertjes gedronken en uit eten geweest bij het heerlijke (door ons aanbevolen) Spaanse restaurant Que Pasa! Ter ere van onze verjaardag zeiden ze. Alvast een cadeautje, het werd een etentje met verassingen, maar daarover later meer.

Maandag 28 mei
Samen met mijn zus het huis uitgegaan. Wij hebben haar uitgezwaaid naar haar werk, dat was wel leuk. Op Schiphol aangekomen hebben we een andere zus opgepikt die ons kwam uit zwaaien. Werd door ons zeer gewaardeerd. Maar eerst inchecken, lange rijen voor ons, een probleem met de bagagebanden, maar uiteindelijk duurde het maar een klein half uurtje.  We hebben even op het panoramadak gekeken, en na een glaasje fris en bijkletsen, moesten we toch echt naar de gate.

Op het panoramadak!

Lief van haar dat ze ons kwam uitzwaaien. Tijdschriften gekocht, geld gewisseld, en hup het vliegtuig in. Daar zitten we nu. Het eten is op, ik ben aan de rode wijn, en we hebben nog zo’n 6 uur te gaan.  Tegen 23:30 uur Nederlandse tijd zullen we aankomen. Het is in Edmonton dan 8 uur eerder. Wordt nog een lang dagje dus.

Hotelkamer met lekker groot bed. Voor ieder één!

20:28 Canadese tijd = 04:28 Nederlandse tijd. Ik lig in bed het laatste stukje te schrijven. Ben wel een beetje aan de lat. Vooral na het biertje en een hamburger. Lekker slapen dus en morgen het ritme weer oppakken.

Dinsdag 29 mei

Het eerste wat opvalt in Edmonton, is de rust op straat. Geen gehaast, geen getoeter, relaxed. Edmonton is een van de meest dunbevolkte grote steden van Noord-Amerika. De winkelpromenade is boven- en onderlangs de straten gebouwd. Dat maakt het een bijzondere ervaring. Alsof je op een heel groot en ruim opgezet Hoog Catharijne binnenloopt.

Sir Winston Churchill waakt over het naar hem genoemde “square”. Met een Happy Wall, dam- en schaakborden, lunchplekken etc. Er waren verschillende groepjes kinderen ter plekke. Altijd leuk om hen bezig te zien.

Eeuwigdurende lunch!

Op weg naar de North Saskatchewan River uitkijkpost, kwamen we een leuke sportieve uitdaging tegen. 156 treden af- en weer oplopen in het zonnetje is een uitdaging.  Maar goed dat ik dagelijks geoefend heb op mijn werk van B0 naar B5 met de trap. Er was ook een fijne lift om met mee te gaan.

Geen selfie, dus niet geschikt;-)

Een bezoekje aan het legendarisch hotel “The Fairmont Hotel Macdonald” van binnen en van buiten mooi.
De rode stoelen zijn speciaal om een selfie op te maken, en die op Facebook of instagram te zetten.Schijn je in heel Canada tegen te komen.

Na  dit gedeelte bekeken te hebben weer terug naar het hotel. Vlas heeft last van zijn jicht dus wandelen gaat wat moeizaam. IJs er op, even rusten, pilletje slikken en hopen op betere tijden.

Woensdag 30 mei
Het is regenachtig en niet erg warm buiten, reden genoeg om naar het grootste overdekte winkelcentrum van Noord-Amerika, de West Edmonton Mall te gaan. De mall bevat meer dan 800 winkels en ruim honderd eetgelegenheden op een vloeroppervlak van zo’n 540.000 m². Het

Europees gedeelte van de Mall.

winkelcentrum opende zijn deuren in 1981 (ruim 200 winkels) en is sindsdien enkele malen verder uitgebreid. Een bijzondere ervaring,zo’n gigantisch complex met een ijsbaan, zwembad, casino, hotels, attractiepark en een zeeleeuwenshow. Ongelofelijk.

Leuke weetjes:
Partnerstad: Bergen op Zoom
IJshockeyclub: Edmonton Oilers is het belangrijkste sportteam van de stad.
Geboren: Michael J. Fox (1961), acteur

Elk Island 31 mei t/m 3 juni

Na weer zo’n goed hotelontbijt met scrambled eggs, baked potatoes, sausages  and lots of fruit, hebben we de boel opgepakt. Om half elf zijn we opgehaald door de dame van het camperbedrijf, en na een grondige instructie zijn we om 12:00 uur vertrokken naar Elk Island,

een natuurpark ten oosten van Edmonton waar de bizons en “elks”, bevers elanden en soms ook beren loslopen. (In het Noord-Amerikaans-Engels wordt de wapiti ook elk genoemd. In het Brits-Engels wordt met elk echter de eland aangeduid, die op zijn beurt in Noord-Amerika moose heet.) Een gebied met veel grote en kleine meertjes en dien ten gevolge ook veel kleine stekelige mugjes.

De beste chauffeur voor mij.

We hebben inkopen gedaan in de stad en van alles en nog wat gekocht om ons de eerste paar dagen in leven te houden. Brood, pasta, groenten, vlees, bier, wijn etc. etc. Die tijd geven we onszelf om te wennen en de camper een beetje in te richten zodat alles op zijn plek komt. Vanavond lekker weer ons eigen potje koken en genieten van de rust die hier hangt. Temperatuur is aangenaam, niet te warm, maar het zonnetje schijnt, en de familie spreeuw komt ons met een bezoek vereren. Helaas voor hen, er is nog niets te halen bij ons. Vlas is gelijk in zijn element en zit met de poot op de stoel, de vogeltjes uitgebreid te fotograferen.
Gisteren op tijd erin, betekent vanochtend weer vroeg wakker! In alle vroegte het was 06:00 uur!!! zijn we met de auto het park in geweest om bizons te spotten. Dat is goed gelukt.

We hebben hele grote, en een paar kleintjes gezien. Indrukwekkend was het!

Verder zag Vlas een bever zwemmen (mij niet opgevallen) en later hebben we nog Elk’s gezien.

De bevers hadden wel een boom omver geknaagd die ten gevolge over de weg lag. Mooi spits geknaagd, nog witter dan wit zag het er binnenste van de boom eruit. Voor de rest van de dag zijn de vooruitzichten somber. Er wordt de hele dag miezerige regen voorspeld, dat is dan maar zo. We blijven hier een nachtje extra, want morgen gaan we naar het Bison Festival, met allerlei leuke activiteiten voor jong en oud. We kunnen ons nu een dag lang geestelijk op voorbereiden;-)

Zang, dans en indianen.
Lekker lang geslapen en daarna verkast naar plek 72.  De plek op zich is niet je van het, met muziek en een brullende aggregaat van de buren, maar het verrassende ervan is wel dat de plek helemaal in de zon ligt. Genieten dus en lekker ontbijten met het zonnetje in de rug. Om 12 uur naar  het Bison festival, dat viel in eerste instantie een beetje tegen, er waren niet zoveel mensen en maar weinig kraampjes.

Waar we wel van genoten hebben is de Traditional Powwow (indianenbijeenkomst). Het dansen, de ritme van de grote trommel waar ze met 6 personen op sloegen, en de zang. Dat laatste was een heel bijzonder geluid. Af en toe knepen ze in hun strottenhoofd om de een bijzondere toon te kunnen pakken. Maar wat een feest voor het oog, de kleuren van hun uitrusting, de dansen op zich en het feit dat jong en oud meedeed. Het was de moeite waard om er een dag extra voor te blijven, dat kan je wel aan de foto’s zien. Na een fikse regenbui, waar we in de camper geen last van hadden, hebben we later heerlijk in de avondzon gegeten.

Ik heb nog een prachtige wandeling gemaakt langs het Astotin Lake. Weer terug, eerst muggen vangen (doodslaan bedoel ik dan, ik kan het niet mooier maken) zodat ze ons (vooral mij) vannacht niet opvreten.

Zondag reisdag: Op tijd vertrokken voor een lange rit naar Jasper. De Rocky Mountains gaan nu echt in zicht komen. Wat doen de Canadezen op zondag? Wij hebben ze zien fietsen (op de highway), kamperen, golfen en motorrijden. Het landschap is heuvelachtig, en om 14:16 uur komen dan eindelijk de bergen in zicht.

Pauze, we hebben nog zo’n 83 km. te gaan.

Terecht gekomen op de Wapiti campground, heel prozaïsch op de parkeerplaats, omdat dat de enige plek met stroom is. En hoe kunnen we jullie anders op de hoogte houden;-)

Over een paar dagen weer een bericht, dan over Jasper en de omgeving.

Twee dagen rondhangen in de buurt van Jasper was zeker de moeite waard. Allereerst is daar de weg naar Lake Maligne. Onderweg veel mogelijkheden om even te stoppen en van het natuurschoon te genieten. Alhoewel, wat opvalt is dat hier hele stukken dennenbos er zwart en dor uitzien. Bizar eigenlijk. Later die dag begrepen we dat de “Mountain Pine Beetle”
(nauwelijks groter dan een rijstkorrel) hier verantwoordelijk is. De larven van de Dendroctonus ponderosae vreten zich een weg onder de schors van de boom en leggen de toevoer van water en voedingsstoffen stil.

Vlas heeft besloten een dagje niet te gaan lopen, dus met de auto naar de canyon Maligne alwaar ik een stuk van de trail heb gelopen. Dat was mooi, met een hoogteverschil van 46 meter was de tocht naar beneden goed te doen. Naar boven gaat dan net even iets moeizamer, maar het is me gelukt. Het is bijzonder om hier rond te lopen terwijl de waarschuwingen voor beren overal langs de kant van de weg staan. Tot nu toe hebben we er nog geen gezien, en dat is dan wel weer jammer natuurlijk.  De canyon was prachtig, de Lake viel wat tegen, er was ook weinig te beleven, geen bootjes op het water, geen leven in de buurt. Het was ook geen lekker vaarweer, een behoorlijke frisse wind waaide er. Via Jasper waar ik gewinkeld heb, en alleen nuttige dingen gekocht, terug naar de camping, waar we nog lekker van een biertje in het avondzonnetje konden genieten. Dat, en het  feit dat we bezoek kregen van een wapiti maakte het een mooie dag.
Dinsdag was het plan om naar de voet van de Mount Edith Carvell te gaan. Je zou daar een prachtig zicht over de Angels Glacier (gletsjer) hebben, en een prachtige wandeling maken tot aan de voet van de gletsjer. Helaas, helaas was de weg er naar toe afgesloten. Dus door naar de Athabasca Falls. Na een korte wandeling, kregen we een spectaculair uitzicht op de waterval, als alle andere toeristen tenminste niet voor je neus gaan staan. Met de jicht van Vlas gaat het de goede kant op, hij heeft voor het eerst een nacht zonder pijn gehad, en het lopen ging dus ook een stuk beter, Wel zo gezellig samen. We hebben veel foto’s gemaakt, zie hiernaast. Tot slot hebben we op aanraden van een vriendin ook nog een bezoekje gebracht aan Pyramid Lake. Wat een mooie rustige plek is dat! Het hielp dat de doorgaande weg was afgesloten ;-). Nu plannen maken voor de komende dagen, in ieder geval gaan we richting Bannf. Jullie horen nog van ons!

Ja hoor! We hebben ze gezien, de grizzly- en de zwarte beer (met 2 jonkies).
Geen beren op de weg 😉 in dit geval, maar aan de kant van de weg. Wat een machtig gezicht. Het zorgt gelijk voor een opstopping en langzaam rijdend in- en uitvoegend verkeer. Wat betreft de snelheid en het gedrag in het verkeer, is iedereen eigenlijk wel relaxed. De maximum snelheid is 90 km. per uur, maar dat haal je lang niet altijd, en dat is ook geen punt. Het zijn mooie brede wegen waar we op rijden, met uitzicht op bergen en gletsjers, en groen/blauwe meren langs de weg. Nu nog weinig water te bekennen, maar dat wordt vast nog wel meer. Zo anders dan de kronkelweggetjes door de bergen in Frankrijk en Spanje, maar wel zeer vergelijkbaar met de wegen in Noorwegen waar we in 2013 waren. Er wordt trouwens volop aan de weg gewerkt, en dat is ook wel nodig. Het is niet altijd even best. Alle aanwijzingen die je in die gevallen moet opvolgen zijn zowel in het Engels als in het Frans. Kunnen we die taal en passant ook een beetje opvijzelen. De weg die we hebben genomen heet de “Icefield Parkways”, eigenlijk de enige weg door de Rocky Montains. Ook hier zagen we weer hoe die kleine K-kever zijn werk heeft gedaan, een treurig gezicht al die zwarte bomen die als mikado stokjes zijn omgevallen. Onderweg konden we nog een gletsjer bekijken, maar dat hebben we niet gedaan, veel te ver lopen, of hutjemettutje in een bus, en we hadden natuurlijk die ervaring al in Noorwegen opgedaan. We hebben onderweg onze lunch klaargemaakt, en vermakelijk om te zien hoe mensen (Aziaten) selfies nemen. Ook in Canada zijn ze in grote getale aanwezig. Na een tussenstop bij Lake Louise

zijn we terecht gekomen op een camping in de buurt van Banff. Donderdag Banff bekeken, het was mazzel dat we een parkeerplekje vonden, vlak bij het water.

Ban(k)ff

Banff is een leuk, maar erg toeristisch stadje, dus veel eten en drinken zaakjes, kleding- en souvenirwinkels. Ik heb in de “Assumption of the Blessed Virgin Mary “ een kaarsje aangestoken. Tot nu toe zijn we nog maar weinig kerkjes tegengekomen. Na Banff hebben we uitgebreid boodschappen gedaan, zodat we tot het weekend voorzien zijn van eten en drinken. Voor de rest, lekker in het zonnetje zitten en genieten maar. De campers en caravans die je onderweg tegenkomt zijn heel verschillend. Van hele grote bussen waar een personenauto achteraan gehangen wordt, campers met een uitschuifpui, en oplegger caravans.

Van Bannf naar Kelowna en verjaardag vieren.

De dag begonnen met de eekhoorn. Gisteren hadden we hem al  vaak zien rondrennen, maar nu poseerde hij echt voor Vlas. Vandaag  wederom een lange tocht voor de boeg, we rijden van Banff naar Nakups om de dag daarna verder te gaan. Zondag de 10e gaan we dan onze verjaardag  samen vieren met een bijzondere gebeurtenis, hopen we. Daarover later meer natuurlijk, een beetje spanning moet erin blijven.  Een lange rit dus,  die al vrij snel  na Lake Louise stopte in een file, wegwerkzaamheden (opgeblazen rotsen opruimen)  koste ons wel 1,5 uur. Gelukkig kwamen we in Beautiful  British Columbia, waar we de time zone change passeerden, dus  was het opeens een uur vroeger. Dat was een meevaller. Uiteindelijk  zijn we door een veer  van Shelter Bay naar Galena Bay overgezet, en hebben we Nakusp bereikt. Daar staan we nu op een camping municipal en dat bevalt erg goed. Lekker hapjes gegeten en een douche genomen. Wij kunnen morgen verder.
En dat verder is naar Kelowna. Daar in de buurt gaan we morgen iets bijzonders doen voor de verjaardagen. Sneu bericht:  Alle fietsen zijn gejat.  Ja, en wat moeten wij dan morgen? We gaan het zien. Het was een lekkere rustige weg volgens de chauffeur, en we hebben een oversteek gemaakt met een “kabel”veerboot die noodzakelijk is om onze tocht voort te zetten.

Wel jammer was dat het tijdens de rit overwegend regende (het was zoals de campingbaas ons vertelde een prachtige weg om met de motor te doen (“Immer gerade aus”), en dat we tijd nodig hadden, om een camping te vinden die net buiten de stad was. Op die camping hebben we besloten om ons rijschema aan te passen. Als locals vertellen dat je vooral daar en daar moet zijn geweest, wie zijn wij dan om niet de daad bij het woord te voegen. In Nederland is Vlas al een poosje jarig, zoals zijn broer  al zei: “Je kunt de tijdzone wel ontvluchten, maar dat helpt niet. Hier ben je al een oude man van 60.” Morgen een speciale verjaarsaflevering, even geduld aub.

10 juni 1958 de dag waarop hij geboren werd in Deventer, nu 60 jaar later zitten we in Kelowna Canada om dit te vieren. Tijdverschil met Nederland is 9 uur, dus kregen we plaatselijke tijd 06:00 uur een telefoontje van zijn zijn moeder. We hebben het niet gehoord;-)  Na een fijn ontbijt zonder speciale attributen (die was ik even kwijt) zijn we op pad gegaan naar de Myra Canyon.  Onderweg met Ma gesproken, dat was fijn.
Internet zegt over de Myra canyon: vrij vertaald: “ Deze zeer schilderachtige route van de Kettel Valley Railway (KvR) loopt langs een steile ommuurde Canyon. Oorspronkelijk gebouwd met de hand aan het begin van de vorige eeuw, is deze indrukwekkende bezienswaardigheid gemarkeerd door 2 tunnels en 18 schraagbruggen die te spectaculair zijn voor woorden.” Opvallend verhaal, in 2003 is een groot gedeelte van de spoorbruggen in de fik gevlogen. Vrijwilligers hebben het allemaal opnieuw opgebouwd, en dat is goed gelukt. Bijzonder om daar overheen te kunnen lopen, zo hoog in de bergen. Wat betreft de fietsen: ze waren niet allemaal gestolen, maar wij hebben gekozen om te gaan lopen. Dan heb je meer tijd om goed rond te kijken. Er wordt een hoop informatie onderweg gegeven, en dat is altijd leuk. Vaak fotografeer ik dat, zodat ik het thuis nog een keer kan nakijken.
Na een wandeling van bijna 12 km. hebben we van de lunch (crackers met avocado, koffie en thee en een stukje watermeloen) genoten. Dan is het opeens wel handig dat je in de camper alles bij je hebt.
Vandaaruit zijn we nog even bij Knox -Mountain en -Lake  geweest, maar gelopen hebben we niet meer, dat was teveel van het goede voor Vlas. Nu terug op de camping genieten we van de achtergrond muziek van de onze buurman singer/songwriter. Grappig om te zien, hij staat voor zijn camper een repertoire af te werken zonder toeschouwers. Oefening baart kunst zullen we maar zeggen. Langzamerhand wordt het tijd om het eten te gaan klaarmaken, ik hoor al gerammel van de pannen. Groene asperges met zalm , ei en boter, een echt verjaardag maal.  Dat zal wel smaken.

De afgelopen dagen hebben we pauze gehad. Tijd om even rustig aan te doen, een wasje te draaien, twee dagen niet te reizen en lekker van de zon genieten.

Na een relatief korte maar prachtige rit, waarin het landschap langzaamaan veranderd, rijden we veelal langs verschillende meren. De bergen worden kleiner en bevatten geen sneeuw meer. We zitten nu op 276 m. hoogte in het mooie Osoyoos, een stadje aan de grens (4 km.) met de VS. Het is de warmste en droogste regio van Canada, en het heeft een gebied van ca. 100 ha. met woestijnflora en –fauna, met diverse cactussoorten, schorpioenen, hagedissen en ratelslangen. We zitten op een camping die gerund wordt door de bond van de Osoyoosindianen, er hoort ook een wijngaard  en een cultureel centrum bij. In het centrum wordt het verhaal van de indianen vertelt, en is  er een 2,5 km. lang woestijnpad. Als je dit pad volgt krijg je veel  informatie over de leefwijze van de indianen, en er is een Okanagan village. Opvallend zijn de 3-dimensionale indianenfiguren gemaakt van ijzer. Zij staan ook bij de ingang van de camping. Bijna hadden we nog een real live snake event gezien, maar die was alleen voor een groep scholieren. De rattlesnakes die hier zijn, hebben we helaas niet gespot. De woensdag begon mooi, met een heerlijk zonnetje, en dus een ontbijtje buiten. Daarna zijn we naar het dorp gelopen en hebben daar een fantastische winkel bezocht. Je kon het zo gek niet bedenken, of ze hadden het, van verf tot knoflookpersen, van hondenriempjes tot tuinversieringen, en overal trappetjes, naar weer een nieuw niveau. Net onder het plafond liep een modelspoortrein langs. Geweldig. Ik heb een nieuwe jurk gekocht, dan loop ik er iets meer gekleed bij, dan in mijn Griekse stippeltjesjurk. Terug op de camping hebben we heerlijk geluncht, en daarna verdween de zon en kwam de regen. Nu 15:30 uur klaart het gelukkig weer op en kunnen we straks weer naar buiten. By the way: in Nederland ben ik al een half uur jarig ;-). Morgen gaan we op pad naar Manning Provincial Park.

Het is zover, ik vier mijn 60e verjaardag. De dag begint met appjes, berichtjes, en daarna een feestelijk ontbijt met kaarsjes erbij. Vandaag wordt een reisdag. Het plan is naar Manning Provincial Park te gaan, maar daar aangekomen bleken er geen campings open te zijn. We zijn van het droge naar het vochtige klimaat gegaan, dat werd onderweg al duidelijk door een laaghangende bewolking en af en toe regen. Nu maakt dat niets uit als je in de auto zit. Wel blijven de rivieren en de hoogteverschillen op ons afkomen. Op een gegeven moment  lag er weer sneeuw langs de kant van de weg. Het lijkt hier wel wat opener  te worden. Ze zijn over het algemeen druk met de wegen bezig, en dat is goed. Ze hebben in de winter geen mogelijkheid om het een en ander aan te pakken i.v.m. de zeer lage temperaturen. Dus alles moet in het voorjaar want in de zomermaanden gaat iedereen op vakantie. Dan lijkt het net of er post-it’s op het midden van de weg zijn geplakt als tijdelijke afscheiding. Grappig is dat, die vergelijking.

We moesten dus door en zijn aangekomen in de buurt van Hope, op een camping dichtbij een bewaarde route van de  Kettel  Valley Railway (KvR). Toevallig dat we op Vlas zijn verjaardag ook een gedeelte van die Railway hebben gelopen. Dit gedeelte in de Coquihalla Canyon, was heel anders dan afgelopen zondag. Er werden ooit 5 tunnels door de granietrotsen gekapt, maar steeds weer vernielden steen- en sneeuwlawines het traject. In 1961 werd het opgegeven en de werd de spoorlijn afgeschaft. Leuke bijkomstigheid: Hier werden scenes uit de eerste Rambofilm First Blood gedraaid. We liepen door een (spannend) oerbos, dat vochtig was, met veel mos op de bomen, en waar de treinrails dicht langs een rivier liep. Een nieuwe dimensie. We hebben een prachtige tocht gemaakt van zo’n 8 kilometer, waarvan een heel pittig gedeelte omhoog (dat was echt wel zweten)  en gelukkig ook weer omlaag ging. Het was de muilezelroute die de werkers van de spoorlijn in gebruik hadden. Boven op die enorme berg stond dan ook een kleine gedenkplaat. Een waarlijke verjaardagswandeling.

Vancouver Island en Victoria.

Van Hope naar Victoria.  Van de bergen naar een eiland, dus alles wordt vlakker, we laten de bergen achter ons. Hoe meer we in de buurt van Vancouver komen wordt het ook industriëler, en een stuk drukker op de weg. Nou ja, wat wil je het is vrijdag, en een grote stad. Need I say more? We waren op tijd bij de ferry, maar er stonden al teveel grote auto’s op de boot, zodat we een uurtje moesten wachten. Geen punt, we hebben vakantie en het is lekker weer. Er is ook een uitspanning waar veel te doen is, winkeltjes, eettentjes etc. Je kon er zelfs kunst uit Zimbabwe krijgen zegt Vlas. Het grootste gedeelte van de overtocht hebben we uit de wind en in de zon gezeten. Daarna door naar een camping in Victoria, maar die was full. Nu zitten we op een “allfunrvpark”, niet echt een plek waar we normaal zouden gaan staan, maar ja, je moet wat. O ja onderweg kwamen we een bord tegen met de tekst “picking up hitchhikers is illegal”.

Zaterdag  16 juni. Wat een fantastische dag hebben we gehad. Het begon al goed vanmorgen, de hele nacht doorgeslapen, de zon scheen toen ik wakker werd (en dat is niet anders geweest de hele dag) , en de douche was heerlijk. Tijdens het ontbijt face-time met mijn zus, voor haar was het tijd voor een biertje. Daarna naar Victoria. We hadden van de campingdame een tip gekregen waar we gratis de auto konden parkeren. Dus vandaar maar gaan lopen. Allereerst langs de waterkant, naar Fisherman’s Wharf, een levendige, drijvende, toeristische buurt met een jachthaven. En te midden van dat woonboten, private property, “you’r welcome, please respect!” Iets voor Giethoorn en hun chinezen;-).  Doorgelopen naar de Inner Harbour, en vandaaruit een eerste bezoek gebracht aan het Royal BC museum. De eerste rondgang in het museum betrof de oudheid. Aangezien je de hele dag terecht kon, hebben we na dit gedeelte  bij de foodtrucks (achter het museum) iets gegeten. En weer door! Via de Bastion Square(met leuke kraampjes), naar de Market Square dat is ontstaan ten tijde van de goldrush op het einde van de 19e eeuw. Even verderop is daar Chinatown, met een verrassend smal straatje met allerlei winkeltjes, waarvan één paraplu winkel. Via de St. Andrew’s Cathedral (waar ik een kaarsje heb opgestoken), en the Bay Centre (winkelcentrum) terug naar de Royal BC Museum. De historische  verhalen, van de indianen, en cowboys, werden prachtig in beeld gebracht. En weer een nieuw gangetje, of trappetje waarachter geschiedenis verscholen lag. Om 18:30 uur was het klaar met al die mooie belevenissen. Dus rustig aan teruglopen naar de auto, boodschappen doen, tanken en drank halen (daarvoor moet je hier naar een speciale liquor store). Terug op de camping hebben we de laatste geluiden van de autoraces gehoord die  vlak naast de camping worden gehouden. Buurman had ons gelukkig gewaarschuwd. Om 22:22 uur eindelijk  het eten op, en nu uitbuiken met de zere voeten op de bank, en terug kijken op een mooie dag. Morgen vertrekken we en gaan op weg naar …

Op weg naar Port Renfrew. Via East Sooke Regional Park waar we een trail hebben gelopen die naar de kust leidde. Eerst naar Pike Point, en daarna naar de Iron Mine Bay. Ons was (in het boekje) beloofd dat we aalscholvers en zeeleeuwen zouden zien. Mooi niet! Maar het was wel een mooie zondagse wandeling. Op zoek naar een camping kwamen we uit in Port Renfrew, en wat een verassing, daar was aan het water een strand waar we konden kamperen. Voor het eerst een fikkie stoken. Kijk naar de foto’s, dan kan je zien hoe bijzonder het was. Opvallend: al het aangespoelde hout dat je hier op de stranden vind, en daar tussenin een plekje zoeken om te gaan zonnen.  Er kwamen ook veel mensen om te gaan surfen. Op dit moment maandag 18 juni 19:30 uur staan we in de bossen tussen Coombs en Port Alberni. Het is warm vandaag, dus in het bos staan is een goede optie. We dachten binnendoor te kunnen, maar na Youbou hield de doorgaande weg op. Dus moesten we via Highway 1 waar we een tussenstop hebben gehad in Ladysmith, daar hebben de inwoners met vereende krachten een mooi recreatiepark gerealiseerd. Het was dan ook vol met kinderen die een dagje uit waren.

Na de afslag naar de Highway 4 kwamen we door  het kleine plaatsje Coombs. Het staat bekend als de plek waar de hippies ooit zijn neergestreken, en dat is goed te zien aan de winkels die er zijn.Het hoogtepunt is echter de fotogenieke  Old Country Market, waar de geiten op het dak lopen. Helaas hebben wij ze niet gezien. Daarna door naar de Whiskey Creek Campsite, een prachtige plek waar we de komende twee nachten zullen kamperen. In het bos dus. Vergeet ik bijna te vertellen dat er vanmorgen tijdens ons ontbijt een “hummingbird” op nog geen 50 cm.  afstand van mijn ogen mij aan te kijken. Heel even,  maar het was een bijzonder moment. Niet vastgelegd, maar toch het benoemen zeer zeker waard.
We hebben vanmorgen (19 juni) heerlijk uitgeslapen. Tegen 09:30 uur het bed uit. Na een even zo’n kalm ontbijt, kregen we de tip om eerst The Little Qualicum Falls Trail te gaan lopen. Daarna een bezoekje aan Lake Cameron (lunchen op het strand) en vervolgens de trail bij de Cathedral Grove. Dus met goede zin, op pad. De Little Qualicum Trail staat bekend als het mooiste van alle wandelpaden die langs deze rivieren lopen (zegt ons boekje). Je wordt omringd door een weelderig regenwoud langs de rivier. Het was ook een mooie tocht.  Lake Cameron en the Cathedral Grove hebben we niet van dichtbij gezien, het was druk op de weg en met geen mogelijkheid om meer een parkeerplaats te vinden. Bad timing. Terug naar de camping, het zweet van de afgelopen dagen uit de kleren gespoeld, zodat we morgen weer fris en fruitig op pad kunnen.

Ucluelet en Tofino.

Hertje in de achtertuin.

De afgelopen dagen hebben we op een camping in Ucluelet gestaan, op het einde van een schiereiland in Barkley Sound, een baai met een ongerepte kustlijn. De naam is van indiaanse oorsprong en betekent ‘veilige haven’. We weten alleen nog niet hoe het uitgesproken wordt, maar daar komen we vast nog wel achter.  We staan op de stadscamping, aan het haventje en alles is op loopafstand. Dat is ook wel een keer fijn. Naast ons de “ANWB camperclub ” zoals wij groepjes Nederlanders noemen die gezellig bij elkaar staan en gezellig om 17:00 uur aan de borrel gaan, en gezellig ’s avonds samen koffiedrinken. Niets mis mee, maar niet voor ons weggelegd. Het weer hier aan de kust is een stuk frisser, dus echt lang hebben we niet buiten gezeten.  Donderdag hebben we twee gedeeltes van de Wild Pacific Trail gelopen. Eerst de Lighthouseloop van 2,6 km, die zoals gezegd langs een vuurtoren loopt. Dit is het  Amphitrite Lighthouse die in 1906 gebouwd  werd nadat in 1905 the Pass of Melfort was vergaan. Toen in 1914 het houten geval door de oceaan opgeslokt werd, hebben ze  in 1915 een stevige bunker gebouwd.  Er liggen honderden scheepswrakken voor de westelijke kust van Vancouver Island. Daarom spreekt men ook wel van de “Graveyard of the Pacific”. Het tweede gedeelte van de trail was een eindje verderop een tocht van ca. 5 kilometer. Opvallend hier waren de vele balustrades en trappetjes die gebouwd waren. Daardoor waren en veel uitkijkpunten veelal voorzien van een bankje. Deze  bankjes kom je in heel Canada tegen. Ergens op een willekeurige plek (zo lijkt dat voor ons), in herinnering aan een man, vrouw of familie (memorialbankjes) of gesponsord cq. geadopteerd door bedrijven dan wel burgers. Vrijdag 22 juni een dagje naar Tofino, een toeristische plaats waar veel te doen is, zoals whalewatching, kayaking, biking, surfing of met een watervliegtuig de boel verkennen. Alleen als het regent, zoals vandaag, is er geen donder aan te beleven. We hebben nog wel een mooie Tonquin trail gelopen, over het zandstrand en door het regenwoud ;-). Later nog een kleine Ancient Cedartrail. We zitten in een gebied dat tsunamigevoelig is. Overal langs de weg worden we daarop gewezen, maar een goede foto van de bordjes, dat is een ander dingetje. Morgen vertrekken we naar Nanaimo voor de laatste twee nachten in de camper. Het einde van de campertrip nadert, maar we hebben dan nog een paar dagen Vancouver tegoed.

Na een relatief korte rit zijn we aangekomen in Nanaimo aan de oostkust van Vancouver Island. Op een camping die niet te ver van de boot ligt omdat we maandagmorgen vroeg 07:45 uur moeten vertrekken. We staan op een prachtige plek “ocean-view”. In Nederland hebben we een familiefeestje gemist en jammer genoeg lukte het niet om te face-timen. Dat lukte na de middag wel, maar toen stond men in Nederland op het punt om te gaan slapen. We hebben een trail over het campingterrein gelopen en veel vogels gezien. Het meest bijzondere was weer een hummingbird (kolibrie) van dichtbij, maar moeilijk te fotograferen. Zo snel als die kleine vogeltjes bewegen, ongelofelijk. We weten nog niet precies welke het is geweest, omdat het een tegenlicht opname is. Maar die vogel op de foto hebben is al een prestatie op zich. Zondagavond 18:44 uur. Vlas is aan het koken, de laatste maaltijd (chips & hamburger) in de camper. Gelijktijdig hangt er wat was in de camper te drogen. Geen fantastische combinatie, maar als je ziet hoe het weer buiten is, dan kan het niet anders. De dag begon mooi, en na het ontbijt zijn we naar Nanaimo gegaan om de stad te bekijken en om op aanraden van een vriendin een trail te lopen op Newcastle Island.  Voor 5$ kon je met een bootje er naar toe. Het was een mooie wandeling, maar helaas ging het onderweg regenen, eerst zachtjes, dan weer even ophouden, maar het zag er naar uit dat het niet meer zou stoppen. Terug dus naar de camping. Daar begon het allengs harder te regenen. Dus niet meer genieten van de zon, en de vogeltjes lieten zich ook al niet zien. Blij dat we dat gisteren mochten meemaken. Na het eten gaan we de boel inpakken. Op het moment van schrijven onweert het zelfs, dat hebben we de hele trip nog niet gehad. Morgen meer over de overtocht. Op naar Vancouver!
Om 05:30 uur liep , voor het eerst deze vakantie, de wekker af. We hadden de boot van 07:45 uur gereserveerd, en ik moet zeggen we waren ruim op tijd aanwezig. De overtocht verliep voorspoedig, we hebben bijna de hele tijd buiten gezeten, maar de lucht van gebakken eieren en spek die steeds voorbij kwam maakte me wel een beetje misselijk. Maar ja, er moest aan boord wel ontbeten worden. We stonden met de camper helemaal vooraan, en ik heb een filmpje gemaakt toen de deuren opengingen en we gingen aanleggen. Ik vind dat altijd heel spannend. Zou het wel goed gaan? Maar ook deze keer was er gelukkig niets aan de hand, en tegen 09:45 uur waren we weer op het vaste land. Camper ingeleverd en naar downtown Vancouver gebracht. Veel te vroeg om in te checken bij het hotel, maar gelukkig mochten we onze koffers achterlaten om zelf de stad in te gaan. Jeetje, wat een grote stad met hoge gebouwen. Het is wel een omschakeling. We hebben de haven bezocht, en nog wat (ca. 3 uur) rondgelopen toen we eindelijk ons hotel in konden. Toen we eenmaal onze kamer in konden, ben ik vrijwel direct op het bed geploft en kon een dutje niet uitblijven. De komende dagen meer nieuws uit Vancouver!

Van andere Canada-gangers hadden we begrepen dat je in Vancouver goed kunt fietsen. Vooral de Seaside Greenway sprak mensen aan. Dus hup, fietsen gehuurd, helmpje erbij en op pad.  Dit fietspad loopt helemaal om het beboste schiereiland in Burrard Inlett. Daarin bevind zich Stanley Park, één van de grootste stadsparken van Noord- Amerika, waar je prachtig uitkijkt op de skyline van Vancouver, en andere vergezichten.

Het was zeer de moeite waard, gewoon langs de oceaan fietsen. We hebben van allerlei leuke dingen gezien, waaronder een bijzondere reiger.
Vlas heeft nog een zeeleeuw gezien. Na die tocht zijn we doorgefietst naar de botanische tuin van Alma van Dusen.

De weg erheen liep door woonwijken, was lang en steil, maar qua drukte goed te doen aangezien je er weinig auto’s reden. Volgens mij hebben ze hier de term fietsstraat uitgevonden.  Daar zouden andere grote steden een voorbeeld aan kunnen nemen. De lokale fietsers zijn goede afdalers ;-), ze racen je voorbij, roepend: bike passed left, je weet nl. nooit wat er voor je fietst. Engelsen die de neiging hebben links te rijden, en dan die beginnende fietsers (veel Aziaten), die soms helemaal slingerend de weg over gaan.

Woensdag hebben we de fietsen nog een dagje gehuurd, omdat het opvalt op dat veel musea en “things to do” aan de rand van de stad liggen, dus die moet je met het openbaar vervoer of fiets zien te bereiken. Wij zijn naar het Vancouver Aquarium en de botanische tuin van de University British Columbia (UBC) geweest. Daar hebben ze een Greenheart TreeWalk. Je loopt hierbij over vreselijk wiebelende “touw”bruggen die tussen ceders,  douglassparren en grote dennenbomen hangen.  Het is een pad van zo’n 310 meter lang en het hoogste punt bevindt zich op zo’n 20 meter boven de grond. Weer veel gefietst en het laatste stuk

Inukshuk

naar de  UBC ging erg omhoog. De conditie werd volop aangesproken. NB: we zijn nu helemaal kapot na twee dagen fietsen, zere billen, zere benen, en ga zo maar door. Heerlijk gegeten bij de Chinees op de hoek, mjammie, mjammie. Morgen een dagje aan de wandel, weer even iets anders, misschien wat souvenirs kopen, en een bijzondere ontmoeting …..

De laatste volle dag in Vancouver zijn we begonnen met een ontbijtje in het Pacific Centre een groot winkelcentrum met allemaal dure winkels, Versace, Kate Spade e.a. Daarna verder gewandeld omdat we een aantal dingen nog wilden zien. Een mooi cadeautje was de Marine Building in art deco stijl. Van buiten mooi, maar van binnen prachtige versieringen tot in de lift toe.

Ook hebben we het “Gassy Jack” standbeeld gezien, Hij was degene naar wie Gastown is vernoemd. Een verloederde wijk, maar na een renovatie van de bakstenen gebouwen en pakhuizen een geliefde ontmoetingsplaats van de yuppies in Vancouver. Ook de Steam Clock trekt veel bekijks. De klok wordt met stoom aangedreven en fluit elk kwartier het deuntje van de Big Ben op zijn stoomfluit. Niet dat wij dit gehoord hebben, maar dat heb ik uit het boekje. Doorgelopen via China Town en een buurtje waar veel daklozen, zwervers, en drugsgebruikers zich ophouden (niet fijn om daar doorheen te gaan), met een ferry naar Granville Island Public Market. Een ware belevenis, hallen waarin van alles te koop wordt aangeboden. Sieraden, broodjes, fruit (op hele mooie stapeltjes) vis etc. etc. Een gezellig en bedrijvige omgeving. Na een biertje,  tortilla chips en guacamole op een terras, terug met de ferry, en naar het hotel. Net van de boot gekomen, hoorde ik mensen heel hard roepen, omkijken en er staat iemand te zwaaien, niet voor ons denk ik.

Hoe fout kan ik zijn. Later die avond begreep ik dat het de kennissen waren die we ’s avonds in ons hotel zouden treffen. We hadden gehoord dat ze ook in Canada bivakkeerden, en dat dit het enige moment was waarop we elkaar zouden kunnen treffen. We zijn gezellig samen uit eten geweest en hebben over de ervaringen in Canada en nog veel meer andere dingen gesproken. Erg leuk om elkaar te zien. Nu, donderdagavond 23:00 uur, drinken we op onze hotelkamer onze laatste biertjes op. Morgen gaan we inpakken en zullen we de terugreis aanvaarden. Later daarover meer.

Het regent in Vancouver. Kom, we gaan terug naar huis! Na een klein ontbijtje op de kamer, hebben we de boel ingepakt en tegen 10:30 uur uitgecheckt. Eerst een wandelingetje naar het Yaletown-Roundhouse station om vandaar de Canada Line naar het vliegveld (YVR) te nemen. Een half uurtje voor het luttele bedrag van $2,80. En toen begon dus het grote wachten. Eerst maar eens koffie/thee en wat lekkers. Een praatje met een Ier gemaakt, die op mijn verzoek ons nog even op de foto heeft gezet. Daarna wachten op het moment dat we de bagage konden afgeven. In een steeds langer wordende rij klaarstaan voor de douane, wat voor Vlas wat oponthoud opleverde. Hij had het treinkaartje nog in de broekzak, en die gaf een alarmsignaal. Ronddwalend door de taxfree winkels om de laatste $10,- op te maken aan lekkernijen , een stuk pizza gegeten en weer wachten.

Na enige tijd kwam ons vliegtuig aanzetten, en dan gaat de tijd opeens een stuk sneller. Mooi om te zien al die bedrijvigheid. De vlucht liep vervolgens zonder problemen, en op Schiphol stonden mijn zus en zwager ons op te wachten. Dat is leuk terugkomen.

Het zit erop. Onze Canadareis. We hebben genoten van het land en de soms overweldigende natuur, de vriendelijke mensen, de bijzondere kampeerplekken. Die natuur bestond uit bossen, vlaktes, canyons, watervallen, meren, parken en veel wildlife. Het rijden en bivakkeren in “onze” camper, de trails die we hebben gelopen, de beren, herten, eekhoorntjes en de vele vogels die we hebben gezien. Dat blijft toch een leuke bezigheid, vogels spotten en daarna in het boekje nakijken wat het is. Ook het schrijven van de stukjes was een leuke bezigheid, samen de teksten maken, en de foto’s erbij kiezen. We hebben ook heel veel niet beschreven en dat is maar goed ook, want anders hebben we niets meer te vertellen.

90/91